Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorwerking Mogelijk Maken (Klem 27); Selectie Spannings-/Stroomingang (Schakelaars); Mechanische Rembesturing - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Bedieningshandleiding

0,25-75 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem
27)
Er is een jumperkabel vereist tussen klem 12 (of 13) en
klem 27 om de frequentieregelaar te laten werken op basis
van de in de fabriek ingestelde programmeerwaarden.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. De
jumper zorgt voor een intern 24 V-signaal op
klem 27.
Wanneer de statusregel onder aan het LCP de
tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft, betekent
dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maar dat er
een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optionele
apparatuur via bedrading is aangesloten op klem
27, mag u deze bedrading niet verwijderen.
4.8.4 Selectie spannings-/stroomingang
(schakelaars)
De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen worden
ingesteld als ingangssignalen voor spanning (0-10 V) of
stroom (0/4-20 mA).
Standaard parameterinstelling
Klem 53: snelheidsreferentiesignaal in een
regeling zonder terugkoppeling (zie
parameter 16-61 Klem 53 schakelinstell.).
Klem 54: terugkoppelingssignaal in een regeling
met terugkoppeling (zie parameter 16-63 Klem 54
schakelinstell.).
LET OP
Onderbreek de voeding naar de frequentieregelaar
voordat u een schakelaar omzet.
1.
Verwijder het LCP (zie Afbeelding 4.11).
2.
Verwijder alle optionele apparatuur die de
schakelaars afdekt.
3.
Stel de schakelaars A53 en A54 in voor het
gewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
MG33AR10
Bedieningshandleiding
Afbeelding 4.11 Positie van de schakelaars voor klem
53 en 54
Om de STO-functie te kunnen gebruiken, is aanvullende
bedrading voor de frequentieregelaar vereist. Zie VLT
Frequency Converters - Safe Torque Off Operating Instructions
voor meer informatie.

4.8.5 Mechanische rembesturing

Bij hijs-/daaltoepassingen moet een elektromechanische
rem kunnen worden bestuurd.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
De rem wordt bediend met behulp van een
relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en
29).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij)
gedurende de periode dat de frequentieregelaar
de motor niet in stilstand kan houden,
bijvoorbeeld wanneer de belasting te groot is.
Selecteer [32] Mech. rembesturing in parame-
tergroep 5-4* Relais voor toepassingen met een
elektromechanische rem.
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom
hoger wordt dan de in parameter 2-20 Stroom bij
vrijgave rem ingestelde waarde.
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangs-
frequentie lager wordt dan de in
parameter 2-21 Snelheid remactivering [TPM] of
parameter 2-22 Snelheid activering rem [Hz]
ingestelde waarde, en alleen als de frequentiere-
gelaar een stopcommando uitvoert.
4
4
®
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave