Inhoudsopgave
Advertenties
5.5.7
De kabeldoorvoerplaat monteren
Kabeldoorvoerplaten aanpassen
Afhankelijk van de gekozen netaansluiting, het afgenomen vermogen en of een dispenser
wordt gebruikt kunnen het aantal en de doorsneden van de voedingskabels variëren. Pas de
kabeldoorvoerplaten overeenkomstig de gebruikte kabels aan.
Voedingskabel en externe communicatiekabel
De voedingskabel en de externe communicatie via ethernet bevinden zich op de voorzijde
van het laadstation.
Afbeelding 5-26 Kabeldoorvoerplaat
1. Open het deurluik van het apparaat.
2. Teken voor de benodigde kabelschroefverbindingen de boorgaten af. Let bij het aftekenen
op het volgende:
– ruimte rond de kabelschroefverbindingen voor de montage en het vastdraaien van de
– positie van de kabelschroefverbindingen voor een goede doorvoer en aansluiting van
– positie van de ethernetkabel voor externe communicatie (indien aanwezig)
3. Boor de afgetekende gaten
4. Monteer in de boorgaten de kabelschroefverbindingen
5. Leid de draden in de juiste positie naar de aansluitpunten door de
kabelschroefverbindingen van de kabeldoorvoerplaat.
6. Bevestig de kabeldoorvoerplaat met een aanhaalmoment van 4 Nm.
SICHARGE D
Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53140452-AG
dopmoer
de voedingskabels
Opbouw en montage
5.5 Opstellen van het laadstation
97
Advertenties
Inhoudsopgave
