De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Gevaren door elektrische velden..................19 2.6.1 Cardiale pacemakers/implantaten..................19 2.6.2 Elektromagnetische velden....................19 Veiligheidstekens......................20 Markering van het apparaat....................21 DC-shutdown........................22 2.9.1 DC-shutdown-drukknop....................22 2.9.2 DC-shutdown-lus......................23 2.9.3 Integratie van een externe drukknop................. 23 2.10 Cybersecurity at Siemens....................24 Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Pagina 6
Inhoudsopgave Beschrijving............................25 Productoverzicht....................... 25 Overzicht van de verschillende uitvoeringen..............26 Uitrustingsvarianten......................27 Display en bedieningselementen..................28 3.4.1 Display en bedieningselementen..................28 3.4.2 Opbouw interieur......................31 Laadkabel Combo 2......................Elektrische beveiligingsinrichtingen.................. Gebruiksplanning..........................36 Ontvangen goederen controleren..................36 4.1.1 Volledigheid en correctheid van de levering controleren............ 36 4.1.2 Transportverpakking controleren..................
Pagina 7
Veiligheidsinstructies......................96 10.2 Onderhoudsschema......................97 10.3 Dispenser wachten......................10.3.1 Aanraakscherm reinigen....................97 10.3.2 Behuizing en laadkabel reinigen..................98 Wegwerpen............................100 11.1 Verpakking wegwerpen....................100 11.2 Dispenser verwijderen....................... 100 Service & ondersteuning........................101 12.1 Siemens Industry Support....................101 Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Pagina 8
Inhoudsopgave Technische gegevens......................... 103 13.1 Technische gegevens......................103 13.2 Laadstroom/vermogenscurve.................... 105 Conformiteitsverklaring........................106 Lijst van afkortingen........................... 107 Checklists............................108 Checklist voor voorbereiding van de werkzaamheden............108 Checklist voor de installatie....................108 Checklist voor inbedrijfstelling..................108 Checklist voor preventief onderhoud................. 108 Reparatie.............................
Inleiding Over de Bedieningshandleiding Deze Bedieningshandleiding bevat de noodzakelijke informatie voor de veilige werking en het beoogde gebruik van de SICHARGE UC Dispenser. Bewaren van de Bedieningshandleiding De Bedieningshandleiding is een onderdeel van het product en een onontbeerlijk onderdeel van het productveiligheidsconcept. Voor het bewaren van de Bedieningshandleiding bestaan derhalve de volgende eisen: •...
Inleiding 1.2 Basisinformatie Basisinformatie De Dispenser voldoet aan alle voorgeschreven technische veiligheidsnormen en biedt daardoor de grootst mogelijke productveiligheid. Om steeds de veiligheid van alle personen, installaties en apparaten te kunnen waarborgen, leeft u de volgende primaire veiligheidsinstructies na. Richtlijnen en bepalingen Om de volledige veiligheid te garanderen, dient u zich aan de volgende richtlijnen en bepalingen te houden: •...
Wij zijn wettelijk verplicht om de licentievoorwaarden en copyrightvermeldingen in de originele tekst te publiceren. Lees hiervoor de informatie die met het product is meegeleverd of op internet (https://assets.new.siemens.com/siemens/assets/api/uuid:beda63de- e83a-4598-9863-7645d0c0dda8/sicharge-uc-open-source-software-V2.pdf) geraadpleegd kan worden. Dispenser...
Veiligheidsinstructies Opbouw veiligheidshoofdstuk Het veiligheidshoofdstuk beschrijft het gebruik door gebruikersgroepen en mogelijke gevaren. Algemeen 2.2.1 Richtlijnen en bepalingen De Dispenser voldoet aan alle voorgeschreven technische veiligheidsnormen en biedt daardoor de grootst mogelijke productveiligheid. Om de volledige veiligheid te garanderen, dient u zich aan de volgende richtlijnen en bepalingen te houden: •...
De bedieningshandleiding beschrijft alle toegestane wijzigingen aan de Dispenser. Iedere andere of verdergaande wijziging die niet wordt beschreven in dit of een ander officieel document van Siemens is niet toegestaan. Dit geldt zowel voor wijzigingen van elektrische aard (aansluiten, loskoppelen of opnieuw aansluiten van elektrische apparaten, etc.) als van mechanische aard (bijvoorbeeld het boren van gaten).
Veiligheidsinstructies 2.3 Gevaren bij transport, montage, bedrijf en onderhoud 2.2.4 Bescherming tegen ongeoorloofd openen Een sluitsysteem beschermt de Dispenser tegen ongeoorloofd openen van het luik van het apparaat. • Bewaar de sleutel voor de sloten van het luik op een veilige plaats, zodat onbevoegde personen er geen toegang toe hebben.
Veiligheidsinstructies 2.3 Gevaren bij transport, montage, bedrijf en onderhoud 2.3.4 Levensgevaar door ondeskundig transport Indien u de Dispenser op de verkeerde wijze wordt vervoerd, kan het apparaat kantelen. Kantelen van de Dispenser kan leiden tot de dood, ernstig letsel en materiële schade. Houd u aan de volgende punten: •...
Veiligheidsinstructies 2.4 Gevaren bij brand, explosie en noodgevallen 2.3.7 Knelgevaar en snijgevaar Let bij de montage op bewegende onderdelen en uitstekende kabels en bouten. Gevaren bij brand, explosie en noodgevallen Brandveiligheid en explosiebeveiliging Bewaar en gebruik in de buurt van de Dispenser geen licht ontvlambare vloeistoffen die ontvlambare dampen produceren, bijv.
Veiligheidsinstructies 2.5 Gevaren door elektrische stroom Gevaren door elektrische stroom 2.5.1 Bescherming tegen indringende vloeistoffen en deeltjes De beschermingsklasse van de behuizing IP54 beschermt de Dispenser tegen het volgende: • het indringen van spatwater uit alle richtingen • het indringen van neerslag •...
Veiligheidsinstructies 2.5 Gevaren door elektrische stroom 2.5.3 De 5 veiligheidsvoorschriften voor elektrotechnische werkzaamheden De Europese norm DIN EN 50110‑1:2013 "Werkzaamheden in spanningsloze toestand" omvat veiligheidsmaatregelen voor werkzaamheden aan en in elektrische installaties. Om de veiligheid van personen en zaken conform de norm te garanderen, leeft u steeds de volgende veiligheidsregels na.
Veiligheidsinstructies 2.6 Gevaren door elektrische velden 2.5.5 Levensgevaar en materiële schade door losse vermogensaansluitingen Onvoldoende aanhaalmomenten en trillingen leiden tot losse vermogensaansluitingen. Door losse vermogensaansluitingen kunnen hoge spanningen aan blootgestelde onderdelen voorhanden zijn. Het aanraken van de onderdelen kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Veiligheidsinstructies 2.7 Veiligheidstekens Veiligheidstekens Voor een veilig gebruik van de Dispenser zijn er op de Dispenser en de verpakking veiligheidstekens aangebracht. Veiligheidstekenen op de verpakking Op de verpakking van de Dispenser zijn de volgende veiligheidstekens aangebracht: Veiligheidstekens Betekenis Markering van het zwaartepunt Waarschuwing voor kantelgevaar Markering van de plaatsen waar het niet met een vorkheftruck mag worden opgetild...
Veiligheidsinstructies 2.8 Markering van het apparaat Markering van het apparaat Het tekstplaatje markeert de Dispenser eenduidig. Hiervoor bevat het tekstplaatje de identificatiegegevens van het apparaat, van de fabrikant en de CE‑markering. Gegevens van het tekstplaatje Op het tekstplaatje van de Dispenser vindt u de volgende gegevens: Afbeelding 2-1 Voorbeeld tekstplaatje 1 laadpunt Afbeelding 2-2 Voorbeeld tekstplaatje 2 laadpunten Posities van de tekstplaatjes...
Veiligheidsinstructies 2.9 DC-shutdown DC-shutdown 2.9.1 DC-shutdown-drukknop In een gevaarlijke situatie wordt het laadstation door het indrukken van de DC-shutdown- drukknop onmiddellijk in een veilige stand gezet. Plaats van de drukknop De DC-shutdown-drukknop bevindt zich aan de frontzijde van het laadstation in het midden van het luik ①...
Veiligheidsinstructies 2.9 DC-shutdown DC-shutdown-modus weer beëindigen OPMERKING Gevaarlijke situatie verhelpen Verhelp eerst de gevaarlijke situatie. Beëindig daarna pas de DC-shutdown‑modus. De DC-shutdown-drukknop is uitgerust met een draai-ontgrendeling. Een pijl op de bovenkant van de drukknop toont de draairichting om te ontgrendelen. DC-shutdown-drukknop ontgrendelen Ga als volgt te werk om de DC-shutdown‑modus weer te beëindigen: •...
Cybersecurity at Siemens (https://www.siemens.com/cybersecurity#ouraspiration) Gebruik alleen de nieuwste productversies De producten en oplossingen van Siemens worden voortdurend verbeterd om ze nog veiliger te maken. Siemens raadt uitdrukkelijk aan om updates te installeren, zodra deze beschikbaar zijn en alleen de nieuwste productversies te gebruiken. Het gebruik van verouderde versies of versies die niet langer worden ondersteund, kan het risico op cyberaanvallen verhogen.
• elektrische vrachtwagens • soortgelijke elektrische voertuigen U kunt maximaal 4 laadpunten met behulp van meerdere Dispensers via een serieschakeling (daisy chain) op een laadstation aansluiten. De SIEMENS-laadbesturing zorgt ervoor dat de aangesloten voertuigen achtereenvolgens in de opgegeven volgorde geladen worden. Prestatiekenmerken Verbind de laadkabel van de Dispenser met uw voertuig om het laadproces te starten.
Beschrijving 3.2 Overzicht van de verschillende uitvoeringen Overzicht van de verschillende uitvoeringen De volgende tabel toont de verschillende uitvoeringen van get apparaat van de 3 montagevarianten. In hoofdstuk "Uitrustingsvarianten (Pagina 27)" is een tabel met de verschillende opties waaruit u kunt kiezen. Tabel 3-1 Overzicht van de verschillende uitvoeringen Vloerbevestiging Wandbevestiging...
Beschrijving 3.3 Uitrustingsvarianten Uitrustingsvarianten De volgende componenten zijn optioneel verkrijgbaar, afhankelijk van de uitvoering van het apparaat: • Touchscreen (HMI) • RFID-kaartlezer voor gebruikersauthentificatie (gebaseerd op OCCP 1.6J) De volgende tabel toont de verschillende keuzemogelijkheden en uitrustingen. Afbeelding 3-1 Dispenser Opbouw artikelnummers Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Beschrijving 3.4 Display en bedieningselementen Display en bedieningselementen 3.4.1 Display en bedieningselementen Weergave en bedieningselementen Generation 2 Deze afbeelding toont de uitwendige opbouw, weergave en bedieningselementen van de Dispenser Generation 2. Voor dit voorbeeld werd er gekozen voor de uitvoering met de opties HMI, RFID en 2 laadpunten.
Beschrijving 3.4 Display en bedieningselementen Aan de achterzijde is een kabelhouder voor de tweede laadkabel. ① Kabelhouder voor tweede laadkabel ② Bevestigingslijst voor wand- en plafondbevestiging Afbeelding 3-3 Opbouw achteraanzicht Generation 2 LED-weergave De Dispenser is met een LED-weergave voor elk laadpunt voorzien. De LED-weergave geeft verschillende statussen aan, afhankelijk van de instelling van de software.
Beschrijving 3.4 Display en bedieningselementen Aanraakscherm (HMI) De Dispenser kan van een centraal aanraakscherm (HMI) in 10 "-formaat worden voorzien. De optionele SIPLUS HMI beschikt over een aanraakscherm in breedbeeldformaat. Dankzij de grote gezichtshoek van de HMI kunt u informatie gemakkelijker vanuit verschillende hoeken herkennen.
Beschrijving 3.5 Laadkabel Combo 2 Laadkabel Combo 2 De Dispenser is uitgerust met een laadkabel voor het laden van elektrische voertuigen met gelijkstroom. Met de laadkabel kunnen elektrische voertuigen worden opgeladen met een CCS Combo 2 laadcontactdoos volgens de norm IEC 62196-3. Laadcontacten Om het hoge laadvermogen veilig over te zetten, gebruikt de Combo-2-stekker van de laadkabel de volgende laadcontacten:...
Beschrijving 3.5 Laadkabel Combo 2 Vergrendeling Laadmodus 4 voor het gelijkstroomladen volgens IEC 61851-1. Laadmodus 4 schrijft een veilige vergrendeling voor van de laadstekker met de laadcontactdoos van het voertuig gedurende het gehele laadproces. Een elektromechanische actuator in het elektrische voertuig vergrendelt de steekverbinding automatisch na het insteken van de stekker.
Beschrijving 3.6 Elektrische beveiligingsinrichtingen Elektrische beveiligingsinrichtingen De Dispenser is uitgerust met meerdere elektrische beveiligingsinrichtingen. OPMERKING DC-shutdownknop De functies van de DC-shutdownknop worden in dit hoofdstuk gedetailleerd beschreven: DC-shutdown (Pagina 22) WAARSCHUWING Resetten van alarmmodi De alarmmodi mogen uitsluitend door een geschoolde elektricien worden gereset. Overbelastingsbeveiliging Het laadstation bewaakt de ingangsstroom en de uitgangsstroom permanent.
Het veilige beheer van de overhandigde documenten en voorwerpen is de verantwoordelijkheid van de klant. Siemens is niet verplicht om de overhandigde documenten en voorwerpen te reproduceren. Siemens is niet aansprakelijk voor het onjuiste gebruik van intelligente apparaten, bv. RFID-kaarten en lezers. Dispenser...
Gebruiksplanning 4.1 Ontvangen goederen controleren 4.1.2 Transportverpakking controleren Begin de controle van de transportverpakking met de visuele controle van de schokindicator. Schokindicator controleren De Dispenser wordt tijdens het vervoer tegen schokken en trillingen beschermd door een transportpallet met schokdempers. Het inwerken van extreme G-krachten kan evenwel de schokdempers overbelasten.
Gebruiksplanning 4.1 Ontvangen goederen controleren 4.1.3 Dispenser uitpakken 4.1.3.1 Dispenser voor vloerbevestiging uitpakken Afhankelijk van de transportweg levert de vervoerder de Dispenser voor vloerbevestiging in verschillende transportverpakkingen. Voorschriften voor het verwijderen van het verpakkingsmateriaal vindt u in hoofdstuk Wegwerpen (Pagina 100). Verpakking voor wegtransport verwijderen Om de verpakking te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1.
Gebruiksplanning 4.1 Ontvangen goederen controleren 4.1.3.2 Dispenser voor wand- of plafondbevestiging uitpakken De Dispenser voor wand- of plafondbevestiging wordt voor alle transportwijzen in dezelfde transportverpakking geleverd. Voorschriften voor het wegwerpen van het verpakkingsmateriaal vindt u in hoofdstuk Wegwerpen (Pagina 100). Verpakking verwijderen Om de verpakking te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1.
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen Opstelplaats bepalen 4.2.1 Keuzecriteria voor een veilige opstelplaats Om de Dispenser veilig te gebruiken, hebt u een opstelplaats nodig die aan de volgende eisen voldoet. LET OP Gevaar voor ongevallen Voorkom ongevallen, letsel aan personen, schade aan voertuigen en de Dispenser. Dit zijn bv.
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen 4.2.2 Eigenschappen van het montageoppervlak • Bevestiging op de vloer: Om de stabiliteit van de Dispenser te waarborgen, moet het ondergrond aan de volgende eisen voldoen: – Effen – Droog – Voldoende vast en dragend (bv. betonoppervlak van kwaliteitsklasse C30/37) OPMERKING Afdichting van de montageplaat Dicht de montageplaat en de kabelopeningen in het fundament met geschikte materialen...
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen 4.2.3 Minimumafstanden Minimumafstanden voor vloerbevestiging Om bediening en onderhoud mogelijk te maken en ventilatie van de Dispenser volgens de voorschriften veilig te stellen, moet u de volgende minimumafstanden (in mm) in acht nemen. De volgende afbeelding toont de minimumafstanden bij vloerbevestiging bij bovenaanzicht met 1 oplaadpunt.
Pagina 43
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen De volgende afbeelding toont de minimumafstanden bij vloerbevestiging bij bovenaanzicht met 2 oplaadpunt. Afbeelding 4-3 Minimumafstanden vloerbevestiging bovenaanzicht 2 laadpunten Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Pagina 44
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen De volgende afbeelding toont de minimumafstanden bij vloerbevestiging bij vooraanzicht. Afbeelding 4-4 Minimale afstanden vloerbevestiging vooraanzicht Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen Minimale afstanden wand-/plafondbevestiging Om bediening en onderhoud mogelijk te maken en ventilatie van de Dispenser volgens de voorschriften veilig te stellen, moet u de volgende minimumafstanden (in mm) in acht nemen: De volgende afbeelding toont de minimumafstanden bij wand-/plafondbevestiging bij bovenaanzicht.
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen De volgende afbeelding toont de minimumafstanden bij wand-/plafondbevestiging bij vooraanzicht. Afbeelding 4-6 Minimale afstanden wand-/plafondbevestiging vooraanzicht 4.2.4 Maximaal toegestane temperatuur De dispenser is ontworpen voor gebruik bij een maximale omgevingstemperatuur van +45 °C. Een temperatuursensor bewaakt de temperatuur in de dispenser. Als de temperatuur te hoog is, wordt het maximale uitgangsvermogen/de uitgangsstroom verlaagd.
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen 4.2.5 Beschaduwing Kies de locatie van de dispenser zodanig dat het apparaat beschermd is tegen directe zoninstraling. Installeer indien nodig een geschikte zonwering zoals in de volgende voorbeeldafbeelding. Directe zoninstraling kan de dispenser en de laadkabels extra opwarmen.
Gebruiksplanning 4.2 Opstelplaats bepalen • Ethernet: Verbind de SICHARGE UC Dispenser en het SICHARGE UC -laadstation met een Ethernetleiding. Voorschriften voor kabelplaatsing: – Laagspanningskabels en gelijkspanningskabels moeten geïsoleerd van de Ethernetleiding geïnstalleerd worden. – Gescheiden kabeltraject voor laagspannings- en gelijkspanningskabels (afstand min. 20 cm). – Ethernetleiding in de buurt van geaarde behuizingsonderdelen plaatsen. –...
Gebruiksplanning 4.3 Geometrie van de infrastructuur Plan de rambeveiliging afhankelijk van de afmetingen van de gebruikte voertuigen. De rambeveiliging moet het voertuig tegenhouden voordat uitstekende delen van het voertuig de Dispenser raken. Hierbij mag de rambeveiliging het openen van het luik van de behuizing van de Dispenser niet belemmeren.
Pagina 50
Gebruiksplanning 4.3 Geometrie van de infrastructuur Benodigde ruimte voor de Dispenser Er is voor de dispenser een minimumafstand van 1,6 m x 1,8 m (B x T) nodig. Houdt u aan de informatie in dit hoofdstuk Minimumafstanden (Pagina 42) De DC laadkabel van de Dispenser is leverbaar in lengtes van 3,5 m, 6 m en 10 m. Afhankelijk van de kabellengte zijn er voorbeelden van de parkeergeometrie weergegeven in de volgende afbeelding: ①...
Gebruiksplanning 4.4 Montageoppervlak voorbereiden Montageoppervlak voorbereiden 4.4.1 Voorbereiding vloerbevestiging Om de Dispenser veilig op het voorziene montageoppervlak op de vloer te bevestigen, moet u de ondergrond voorbereiden. VOORZICHTIG Veilige werkomgeving Zorg voor een voldoende grote veiligheidszone rondom het montageoppervlak. Gebruik bv. waarschuwingsborden en toegangsbeperkingen.
Gebruiksplanning 4.4 Montageoppervlak voorbereiden Kabeltraject De afbeelding toont de kabels van het laadstation naar de dispenser. De kabels worden in het fundament door de standvoet van onderen in de dispenser gestoken. ① AC-AUX-kabels ④ Veiligheidsaarddraad PE ② Globale DC-shutdownlus ⑤ DC- kabel ③...
Pagina 53
Gebruiksplanning 4.4 Montageoppervlak voorbereiden Boorgaten voor bevestigingspunten op de vloer Om de Dispenser te bevestigen, moeten de volgende boorgaten voor de bevestigingspunten voorhanden zijn: Afbeelding 4-13 Bevestigingspunten montageplaat Bevestiging op de vloer Het bevestigingsmateriaal maakt geen deel uit van de leveringsomvang. Wij adviseren het volgende bevestigingsmateriaal voor bevestiging van de Dispenser op de ondergrond: •...
Gebruiksplanning 4.4 Montageoppervlak voorbereiden 4.4.2 Voorbereiding wand-/plafondbevestiging Om de Dispenser veilig op het montageoppervlak te bevestigen, moet u het montageoppervlak voorbereiden. VOORZICHTIG Veilige werkomgeving Zorg voor een voldoende grote veiligheidszone rondom het montageoppervlak. Gebruik bv. waarschuwingsborden en toegangsbeperkingen. Positie kabelinvoer De volgende afbeelding toont de positie van de kabelinvoer onderaan in de Dispenser Generation 2 met de optie om verdere Dispenser's aan te sluiten (daisy chain).
Gebruiksplanning 4.4 Montageoppervlak voorbereiden Kabellengtes In de volgende tabel staan de kabellengtes van de schroefverbindingen naar de aansluitpunten in de Dispenser. Tabel 4-2 Min. kabellengtes Dispenser wand-/plafondbevestiging Beschrijving Max. kabellengte in de Dispenser AC 230 V-AUX-voeding L/N/PE 0,7 m Globale DC-shutdownlus 1 m DC 750 V-aansluiting 0,4 m DC 750 V-aansluiting 0,4 m Massakabel...
• Controleer om de 6 maanden of de daadwerkelijke omstandigheden in de opslag geen vorming van condenswater mogelijk maken. • Controleer de Dispenser om de 6 maanden op schade. • Controleer de bufferaccu van de Siemens-besturing om de 6 maanden bij een opslagtemperatuur van ≈ 70 °C. Vervang de bufferaccu indien nodig. Dispenser...
Gebruiksplanning 4.6 Dispenser transporteren Dispenser transporteren WAARSCHUWING Levensgevaar bij stilstaan onder opgeheven lasten Indien hijs- of hefwerktuigen falen, kan een opgeheven last vallen. Indien u op dat ogenblik in de gevarenzone onder of naast de opgeheven last staat, kan dit de dood, ernstig letsel en materiële schade tot gevolg hebben.
Gebruiksplanning 4.6 Dispenser transporteren Dispenser voor vloerbevestiging met hijsmiddelen transporteren De Dispenser voor vloerbevestiging wordt met 2 transportplaten voor de montage geleverd. 1. Verbind de transportplaten van de Dispenser en het hijsmiddel. Gebruik uitsluitend geschikte en toegelaten hijshulpstukken. 2. Hijs de Dispenser verticaal van de transportpallet op. Afbeelding 4-16 Transportplaten met het hijsmiddel 3.
Gebruiksplanning 4.6 Dispenser transporteren Dispenser voor wand-/plafondbevestiging met hijsmiddelen transporteren De Dispenser voor wand-/plafondbevestiging wordt met houderrails aan de achterzijde van het apparaat geleverd. Afbeelding 4-17 Aanslagpunten en het hijsmiddel 1. Monteer de schakels in de boringen rechts en links van de houderrail. 2.
Montage Vloerbevestiging 5.1.1 Dispenser op de vloer monteren Door de verschillende opties loopt het totaalgewicht van de Dispenser af naargelang de uitvoering uiteen. Om de Dispenser op de locatie te plaatsen, moet u de Dispenser van de transportpallet ophijsen. Transporteer de Dispenser met een hoger gewicht met een vorkheftruck naar het voorbereide montageoppervlak.
Montage 5.2 Wand-/plafondbevestiging 7. Schroef de dopmoeren op de boutankers. 8. Span de moeren aan overeenkomstig de fabrikantinstructies inzake het aanhaalmoment van de boutankers. 9. Dicht de openingen tussen het montageoppervlak en de montageplaat met geschikte afdichtstoffen af tegen binnendringend vocht, dieren en insecten. 10.
Pagina 62
Montage 5.2 Wand-/plafondbevestiging SICHARGE UC Dispenser monteren Om de Dispenser op het montageoppervlak te positioneren, gaat u als volgt te werk: 1. Plaats de Dispenser op het montageoppervlak boven de onderste boutankers 2. Controleer of de positie van de Dispenser boven de onderste boutankers van het montageoppervlak correct is 3.
Aansluiten Kabel voor hulpstroomvoeding aansluiten Sluit u de netkabel voor de hulpstroomvoeding aan op de montagerail -XD01 van de Dispenser om de Dispenser met het laadstation te verbinden. Voorwaarden • U hebt de behuizing geopend. • U hebt de kabel van de hulpstroomvoeding in de behuizing gestoken. Kabellengte en kabeltraject Een tabel met de minimale kabellengtes in de Dispenser en een schematische weergave van het kabeltraject vindt u in hoofdstuk Montageoppervlak voorbereiden (Pagina 51).
Aansluiten 6.1 Kabel voor hulpstroomvoeding aansluiten Aansluitingen voor de netkabel De volgende afbeelding toont de aansluiting van de netkabel. ① Uitvoering 1 laadpunt ④ Aansluitklem N-geleider ② Uitvoering 2 laadpunten ⑤ Aardingsaansluiting PE ③ Aansluitklem L1 ⑥ Doorlussen voor daisy chain Afbeelding 6-1 Aansluiting van de hulpstroomvoeding Leiding L1, N, PE aansluiten Sluit eerst de massakabel van de netkabel aan op de aardingsaansluiting:...
Aansluiten 6.2 DC-leidingen aansluiten Aansluiting van meerdere Dispensers Voor de aansluiting van meerdere Dispensers op hetzelfde laadstation wordt de hulpstroomvoeding doorgelust. In de afbeelding "Aansluiting hulpstroomvoeding" is dit als ⑥ punt weergegeven. Volg hiervoor de bovenstaande procedure om de netkabel aan te sluiten.
Aansluiten 6.2 DC-leidingen aansluiten Aansluitingen voor de DC-kabels De volgende afbeelding toont de aansluiting van de DC-kabels. ① Uitvoering 1 laadpunt ④ DC- leidingen ② Uitvoering 2 laadpunten ⑤ PE-kabel ③ DC+ leiding ⑥ Doorlussen voor daisy chain Afbeelding 6-2 Aansluiting van de DC- kabels PE-kabel aansluiten Sluit eerste de PE-veiligheidsaarddraad op de M10 aardingsaansluiting aan.
Aansluiten 6.3 Communicatieleiding aansluiten Geleiders DC+ en DC- aansluiten Sluit de DC+/DC- geleiders van de DC-kabel op de DC-rails aan: Ga als volgt te werk om een DC-geleider aan te sluiten: 1. Verwijder de mantel van de kabel voor aansluiting van de kabelschoen. 2.
Aansluiten 6.3 Communicatieleiding aansluiten Aansluiting Ethernet De volgende afbeelding toont de aansluiting van de Ethernetleiding. ① Uitvoering 1 laadpunt ③ Ethernetleiding ② Uitvoering 2 laadpunten ④ Doorlussen voor daisy chain Afbeelding 6-3 Aansluiting Ethernet Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Aansluiten 6.3 Communicatieleiding aansluiten Ethernetleiding aansluiten LET OP Netwerkverbinding De SICHARGE UC -apparaten vormen een gesloten netwerk. Maak geen verbinding met andere netwerken en apparaten. Volg de instructies voor het plaatsen van Ethernetleidingen in hoofdstuk Keuzecriteria voor een veilige opstelplaats (Pagina 40). 1.
Aansluiten 6.4 Aansluittabel Aansluiting van meerdere Dispensers Voor de aansluiting van meerdere Dispensers op hetzelfde laadstation wordt de ④ ethernetaansluiting doorgelust. In de afbeelding "Aansluiting ethernet" is dit als punt weergegeven. Volg hiervoor de bovenstaande procedure om de ethernetkabel aan te sluiten. Aansluittabel De volgende tabel geeft een overzicht van de aansluitklemmen van de Dispenser.
Deze werkzaamheden mogen door de volgende personen worden uitgevoerd: • servicemonteur van Siemens • Door Siemens opgeleide personen die van Siemens hiertoe opdracht hebben gekregen Optische controle Maak voor het inbedrijfstellingsprotocol foto's van de installatie. Wij adviseren om foto's van het voor- en zijaanzicht van elk geïnstalleerd apparaat (laadstations, Dispenser, MastHood,...
Pagina 72
Inbedrijfstelling 7.1 Eerste inbedrijfstelling de elektrische functionaliteit testen Indien nodig controleert de servicemonteur bij de eerste inbedrijfstelling de volgende componenten en functies: • DC-shutdownschakelaar – DC-shutdownschakelaar bedienen – Alarmmelding op HMI geeft aan wanneer de DC-shutdownschakelaar wordt bediend – DC-shutdownschakelaar ontgrendelen –...
Inbedrijfstelling 7.3 Thermostaat instellen Checklist voor inbedrijfstelling De checklist voor inbedrijfstelling vindt u hier op internet: Installation and Commissioning Checklist (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109815372) Thermostaat instellen Stel de thermostaat in de dispenser correct in om condensatie te voorkomen. OPMERKING Bij levering is de thermostaat op 0 °C ingesteld.
Bedienen Inleiding Om de bediening te vereenvoudigen, kunt u de Dispenser uitrusten met een HMI die een gebruikersinterface toont. Laadstation en Dispenser zijn ook zonder HMI leverbaar. In die variant is de LED de belangrijkste informatiebron voor de status van het laadstation. Bedienen zonder HMI Bij de variant zonder HMI wordt de status van het laadpunt via LEDs weergegeven.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 4. Laadstekker wordt vergrendeld. Het laadpunt knippert groen. De verbinding/handshake wordt opgebouwd. 5. Als de LED blauw knippert, laadt het voertuig. De knipperfrequentie toont de laadstatus van de accu, waarbij constant blauw oplichten 100% is. 6.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.2 Laadproces beëindigen Het laadproces kan automatisch of handmatig worden beëindigd. Automatisch beëindigen De volgende scenario's leiden tot beëindiging van het laadproces: • Voertuig beëindigt het laadproces • Voertuig detecteert een fout • Laadstation detecteert een interne kritieke fout (intern) •...
• Datum en tijd De tijd is in de fabriek ingesteld op de UTC-tijdzone. Als het laadstation met internet wordt verbonden, wordt de tijd gesynchroniseerd. Informatie over de wijze waarop u de tijd handmatig instelt, ontvangt u van uw Siemens-partner. • Instellingen Om naar de algemene instellingen (Pagina 85) te gaan, drukt u op dit element.
Pagina 78
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI Selecteer een laadpunt om gedetailleerde informatie te ontvangen. Afbeelding 8-2 Laadpunt kiezen Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.3.3 Authentificatiescherm Deze schermen leiden u door het authenticatieproces. Als er een authenticatie vereist is, wordt het authenticatiescherm bij de keuze van een laadpunt getoond. Het laadstation biedt als authenticatiemogelijkheid RFID, PIN of beide aan. RFID &...
Pagina 80
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI RFID Als u voor de authentificatiemethode RFID heeft gekozen, verschijnt de volgende afbeelding: Afbeelding 8-4 RFID Als u voor de authentificatiemethode PIN heeft gekozen, verschijnt de volgende afbeelding: Afbeelding 8-5 PIN Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.3.4 Opbouw van verbinding De Dispenser maakt vóór het laadproces een verbinding met het elektrische voertuig en voert een zogenaamde handshake uit. De handshake garandeert dat de Dispenser compatibel is met het voertuig en dat er aan alle veiligheidseisen wordt voldaan. Dit proces kan één minuut duren.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.3.5 Laadscherm Tijdens een actief laadproces toont de HMI alle relevante informatie over de status van het voertuig en de status van het laadstation. Op dit scherm verschijnt de volgende informatie: • Laadstatus van het voertuig •...
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.3.6 Buiten bedrijf Als er door een storing niet aan alle aangesloten laadpunten van het laadstation geladen kan worden, wordt het laadstation buiten bedrijf gesteld. Op de HMI verschijnt de melding dat het laadstation buiten bedrijf is. In kleinere letters wordt de oorzaak van de fout aangegeven. In de volgende afbeelding is een geopend portier de oorzaak van de fout.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.4 Instellingen 8.3.4.1 Taal kiezen Via de taalkeuze kunt u de interfacetaal van het bedieningspaneel aanpassen. Handelen Om de taal te wijzigen, handelt u als volgt: 1. Druk op het symbool in de menubalk. Naast het symbool wordt de actuele taal getoond.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.4.2 Instellingsmenu In het instellingsmenu heeft u de mogelijkheid om informatie over het systeem in te zien en gedetailleerde informatie op te roepen over de volgende onderwerpen: • Laatste laadrapport (Pagina 86) • Alarmmeldingen (Pagina 87) •...
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.4.3 Laatste laadrapport Onder "Laatste laadrapport" wordt voor elk laadpunt de informatie over het laatste laadproces weergegeven. Om het laadrapport te openen, selecteert u de knop "Laatste rapport" onder Instellingen (Pagina 85). Op één laadstation kunnen meerdere laadpunten zonder eigen gebruikersinterface worden aangesloten.
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.4.4 Alarmmeldingen Onder "Alarmmeldingen" worden de laatste alarmen weergegeven. Om de alarmmeldingen te openen, selecteert u de knop "Alarmmeldingen" onder Instellingen (Pagina 85). Afbeelding 8-12 Alarmmeldingen De volgende informatie verschijnt: • Datum & tijd Toont datum en tijd van de alarmgebeurtenis. •...
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI 8.3.4.5 Uitgebreide modus Voorwaarde U heeft zich door de invoer van een PIN geauthenticeerd. Uitgebreide instellingen Onder "Uitgebreide instellingen" vindt u informatie en instelmogelijkheden per laadpunt. Om dit onderdeel te openen, selecteert u de knop "Uitgebreide instellingen" onder Instellingen (Pagina 85).
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI Tabel 8-2 Informatie over de temperatuur Segment Temperatuur Toerental Ventilatorbesturing Temperatuur bij de ventilatorbesturing Ventilatorsnelheid in procent bij de maximale snelheid Druk op het invoerveld en voer via het cijferblok een waarde in om het maximale toerental van de ventilator te wijzigen.
Pagina 90
Bedienen 8.3 Bedienen via HMI Afbeelding 8-14 Laadkabel aansluiten De laadstekker wordt vergrendeld en het voertuig en het laadstation bouwen een verbinding op. Het kan 60 seconden duren tot de verbinding tot stand is gebracht. Verwijder de laadkabel en start het proces opnieuw op als de verbinding na 60 seconden nog niet tot stand is gebracht.
Alarmen en fouten behandelen Overzicht In geval van een fout voeren de Dispenser en het laadstation automatisch een foutdiagnose uit. Naargelang de aard van de fout geven de Dispenser en het laadstation verschillende alarmmeldingen. Een lijst met alle meldingen en hoe u het probleem oplost, vindt u onder "Alarmmeldingen in de alarmregistratie (Pagina 92)".
Alarmmeldingen en probleemoplossing In het menu "Alarmregistratie" toont het laadstation een lijst van de volgende alarmmeldingen: OPMERKING Gedetailleerdere informatie vindt u in het softwarehandboek (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109817021). Tabel 9-1 Alarmmeldingen en probleemoplossing Alarmmelding Beschrijving outputEnabledTimeout Time-out bij het activeren van de afgifte van het laadstation outputEnabledFail Fout bij het activeren van de afgifte (bijv.
Pagina 93
Alarmen en fouten behandelen 9.2 Alarmmeldingen in de alarmregistratie Alarmmelding Beschrijving IllegalTransition Ontoelaatbare transitie van EVSEcore-modus mainProcessError Fout in hoofdprocesvezel, waarschijnlijk een onverwachte volgorde van AKKA-stappen cpStateFault Onverwachte transitie van CP-toestand van C/D naar A noCommunicationToAkka Communicatie met AKKA is niet tot stand gebracht (time-out configureerbaar) communicationLostAkka Verlies van communicatie met AKKA (time-out configureer...
Pagina 94
Alarmen en fouten behandelen 9.2 Alarmmeldingen in de alarmregistratie Alarmmelding Beschrijving outputBreakerTimeout Time-out bij het sluiten/openen van de uitgangsvermogens schakelaar noCommunicationToGreenInvert Geen communicatie met GreenInvert opgebouwd (time-out configureerbaar) communicationLostGreenInvert Verlies van communicatie met GreenInvert (time-out configu reerbaar) inputBreakerFail Onverwachte toestand van de ingangsvermogensschakelaar ontvangen outputBreakerFail Onverwachte toestand van de uitgangsvermogensschakelaar...
Pagina 95
Alarmen en fouten behandelen 9.2 Alarmmeldingen in de alarmregistratie Alarmmelding Beschrijving acOverVoltageL2 AC-spanningswaarde te hoog voor de specifieke hardware (alleen ingesteld wanneer omvormer AAN staat) acOverVoltageL3 AC-spanningswaarde te hoog voor de specifieke hardware (alleen ingesteld wanneer omvormer AAN staat) acUnderVoltageL1 AC-spanningswaarde te laag voor de specifieke hardware (alleen ingesteld wanneer omvormer AAN staat) acUnderVoltageL2...
Onderhoud 10.1 Veiligheidsinstructies Om de veiligheid van personen en zaken tijdens het onderhoud van de Dispenser te garanderen dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden. WAARSCHUWING Elektrische schok door onder spanning staande onderdelen Elektrische installaties beschikken tijdens het bedrijf over onder spanning staande onderdelen.
Voer de controles na het eerste jaar om de 12 maanden uit of met kortere intervallen als de omgevingsvoorwaarden (bijv. hoge stofbelasting) dit vereisen. Dispenser inspecteren Houdt u aan de controlestappen van het document "Preventive Maintenance Checklist (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109815371)". 10.3 Dispenser wachten 10.3.1 Aanraakscherm reinigen Het aanraakscherm werkt onderhoudsvrij.
Onderhoud 10.3 Dispenser wachten OPMERKING Uitsluitend het uitgeschakelde aanraakscherm reinigen Indien u het aanraakscherm in ingeschakelde toestand reinigt, kunt u verkeerde bedieningen uitlokken. Hierdoor kunt u de Dispenser onbedoeld in een ongewenste bedrijfsmodus zetten. • Schakel vóór het reinigen het aanraakscherm van de Dispenser uit. Toegestane reinigingsmiddelen en gereedschappen •...
Pagina 99
Onderhoud 10.3 Dispenser wachten Buitenoppervlakken van de behuizing reinigen • Maak de buitenoppervlakken van de Dispenser met een vochtige doek schoon. • Wrijf de Dispenser vervolgens droog. • Kras hardnekkige verontreinigingen niet met harde voorwerpen weg. • Maak geen gebruik van scherp gereedschap. •...
Wegwerpen 11.1 Verpakking wegwerpen Milieubescherming en het behoud van hulpbronnen hebben voor ons als bedrijfsdoelstelling een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieubeheer overeenkomstig ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wet en vereist daarvoor hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en bescherming van de gezondheid vaste waarden in onze doelstellingen.
Service & ondersteuning 12.1 Siemens Industry Support Technische vragen Neem contact op met het Customer Support Center als u technische vragen heeft of meer informatie wenst. Houd tijdens het bellen de volgende gegevens bij de hand: • het type Dispenser •...
Pagina 102
Service & ondersteuning 12.1 Siemens Industry Support Land Nummer hotline Taal Nummer type Portugal +35 1308810971 Portugees nationaal Spanje +34 951370049 Spaans Geografisch (Málaga) Zweden +46 20881302 Zweeds gratis Zwitserland +41 800003278 Duits/Frans/Italiaans gratis Verenigd Koninkrijk +44 2045383569 Engels Geografisch...
Technische gegevens 13.2 Laadstroom/vermogenscurve 13.2 Laadstroom/vermogenscurve De laadstroom en de vermogenscurve zijn afhankelijk van het aangesloten laadstation. Laadstroom De volgende grafiek toont het verloop van de laadstroom afhankelijk van de laadspanning. Afbeelding 13-1 Laadstroom Vermogenscurve De volgende grafiek toont de vermogenscurve afhankelijk van de laadspanning. Afbeelding 13-2 Vermogenscurve Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
De SICHARGE UC Dispenser beantwoordt aan de geharmoniseerde Europese normen (EN) die voor laadstations gepubliceerd werden in de Publicatiebladen van de Europese Unie. Bewaarplaats van de conformiteitsverklaring SIEMENS AG houdt de EU-conformiteitsverklaring van de SICHARGE UC Dispenser voor de bevoegde instanties op de volgende plaats beschikbaar: Siemens AG...
Lijst van afkortingen In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt: Afkorting Begrip Alternating Current Auxiliary voltage Controller Area Network Combined Charging System Direct Current OCPP Open Charge Point Protocol Human Machine Interface State of Charge Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...
Installation and Commissioning Checklist (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109815372) Checklist voor de installatie De checklist voor de installatie vindt u hier op het internet: Installation and Commissioning Checklist (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109815372) Checklist voor inbedrijfstelling De checklist voor inbedrijfstelling vindt u hier op internet: Installation and Commissioning Checklist (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/en/view/109815372)
Reparatie Reserveonderdelen Een lijst met reserveonderdelen voor de Dispenser vindt u hier op het internet: Reserveonder delen dispenser (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/view/109821350) Reparatiehandleiding De reparatiehandleiding voor een aantal reserveonderdelen voor de Dispenser vindt u hier op het internet:Reparatiehandleiding Dispenser (https://support.industry.siemens.com/cs/ww/de/view/109821353) Dispenser Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53025448-AC...