Opbouw en montage
5.6 Aansluiten van het laadstation
Leiding aansluiten
1. Steek de aansluitbout door de schroefgaten van de kabelschoen en koperrail.
2. Bevestig de leidingen volgens afbeelding 5-15 met een M10-bevestigingsmoer en een
aanhaalmoment van 40 Nm.
3. Markeer de vastgedraaide verbindingen bijv. met een rode lakstift.
Hulpstroomvoeding
Het laadstation SICHARGE D kan de bijbehorende dispensers via een beveiligde
hulpstroomvoeding van de vereiste 230 V bedrijfsspanning voorzien.
Aansluitingen voor de hulpstroomvoeding
Afbeelding 5-35 Aansluitingen voor de hulpstroomvoeding
Sluit de leiding voor dispenser 1 via -FC2 en dispenser 2 (niet in gebruik) via -FC3 als volgt
aan:
• -XD35:1 voor N (-FC2)
• -XD35:2 voor L (-FC2)
• -XD35:3 voor N (-FC3) (niet in gebruik)
• -XD35:4 voor L (-FC3) (niet in gebruik)
De maximale leidingdoorsneden zijn 4 mm². De aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor de
toevoer van dispensers. Deze circuits zijn niet bestand tegen lekstromen, bijv. beveiligd door
een aardlekschakelaar.
106
Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53140452-AG
SICHARGE D