3.5.9
Noodstopschakelaar
De noodstopschakelaar is in de veiligheidslus van het laadstation geïntegreerd. Wanneer het
volgende aanwezig en ingesteld is, dan wordt bij het bedienen van de noodstopschakelaar
een melding verzonden naar de volgende punten:
• naar de SCB. Zie hoofdstuk "SICHARGE Configuration backend (Pagina 59)"
• naar de OCPP-backend van de exploitant. Zie hoofdstuk "OCPP-backend (Pagina 61)"
Bij de nooduitschakeling wordt het volgende uitgeschakeld:
• roterende onderdelen zoals hoofdventilator en ventilator van de koeleenheid worden
uitgeschakeld
• de vermogensleidingen voor het laden worden uitgeschakeld
• de sneluitschakeling van de converters wordt gestart
• de vermogensschakelaar van de converters wordt uitgeschakeld
• de DC-uitgangsschakelaars naar het voertuig worden geopend
• de vergrendelingen van de laadstekkers op het laadstation worden vrijgegeven
• optionele AC-laadaansluiting en lastuitgangen naar de dispenser worden uitgeschakeld
De hulpstroomkring met besturing blijft tijdens de nooduitschakeling verder actief. Daarom
blijven de volgende functies actief:
• touchscreen
• communicatie met de backends
• hulpventilator in het automatiseringsgedeelte ter bescherming tegen overtemperatuur
De ledstrips van de laadpaal branden rood. Tijdens de nooduitschakeling kunt u niet laden.
Op het touchscreen van het laadstation verschijnt de melding "Nooduitschakeling
getriggerd".
Na het ontgrendelen van de noodstopschakelaar gaat het laadstation weer naar de normale
bedrijfstoestand. Zie hoofdstuk "Veiligheidslus en noodstopschakelaar (Pagina 26)"
3.5.10
Sluitsysteem en vervanging van de slotcilinders
De sloten en openers van de deurluiken beveiligen de toegang tot de binnenruimte van het
laadstation.
Bewaking van de deurluiken
De positieschakelaars op de deurluiken herkennen of de deurluiken gesloten zijn. Als de
deurluiken tijdens gebruik worden geopend, wordt de nooduitschakeling getriggerd. De
vermogensschakelaar opent automatisch en onderbreekt de voeding van de
vermogensleidingen. De besturing wordt nog steeds van voeding voorzien.
Schakel het laadstation uit voordat u een deurluik opent. Het verloop voor het uitschakelen is
beschreven in het hoofdstuk "Laadstation uitschakelen (Pagina 111)".
SICHARGE D
Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E53140452-AG
3.5 Weergave- en bedieningselementen
Beschrijving
37