7
Draai aan de encoder-draaiknop om PROTECT
YES/NO te kiezen, en druk vervolgens op de toets
/ /ENT om de aangepaste inhoud op te slaan.
↔
PROTECT YES
(basisinstelling)
• Als YES is geselecteerd, wordt de aangepaste inhoud beveiligd en
opgeslagen in de voorkeuzetoetsen. Als u de parameter in een
beschermde voorkeuzetoets wilt opslaan, kunt u kiezen uit
"REPLACE YES/NO".
• Als u NO kiest, wordt de voorkeuzetoets opgeslagen.
8
Houd na het instellen de toets
seconden ingedrukt om terug te keren naar de
normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is
ingeschakeld (pagina 16).
• De opgeslagen inhoud kan worden opgeroepen door de bewerking
uit te voeren in "De opgeslagen equalizercurve oproepen"
(pagina 18).
• Door te drukken op AUDIO/RTN als de Grafische EQ wordt
aangepast, gaat u terug naar het vorige item.
• Als MultiEQ is ingeschakeld, is de toets A.SEL niet werkzaam. Zie
"EQ-modus instellen" (pagina 16) voor details.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd,
keert het toestel terug naar de normale modus.
De opgeslagen equalizercurve oproepen
1
Druk op de toets A.SEL om de DSP-regelmodus
op te roepen.
↔
Media Xpander
Crossover
Parametric EQ / Graphic EQ
2
Draai aan de encoder-draaiknop om het
gewenste equalizerkarakteristiek in te stellen en
druk dan op de toets
3
Druk op een van de voorkeuzezendertoetsen
(1 tot 6) waaronder het gewenste
equalizerkarakteristiek werd opgeslagen.
4
Druk nogmaals op de voorkeuzetoetsen om terug
te gaan naar de DSP-instelmodus.
5
Houd de toets
/ESC minstens 2 seconden
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFEAT-functie is
ingeschakeld (pagina 16).
• U kunt de aangepaste equalizercurve oproepen via
"Fabrieksinstellingen van equalizer" (op pagina 16).
• Door te drukken op AUDIO/RTN tijdens de procedure keert u
terug naar de vorige modus.
• Als gedurende 60 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd,
keert het toestel terug naar de normale modus.
Scheidingsfilter
Scheidingsfilter (X-OVER):
Dit toestel is uitgerust met een actief scheidingsfilter. Het
scheidingsfilter beperkt de frequenties die naar de uitgangen worden
gestuurd. Elk kanaal wordt onafhankelijk geregeld. Elk
luidsprekerpaar kan dus worden aangestuurd met de frequenties
waarvoor het is ontworpen.
Het scheidingsfilter regelt het HPF (hoogdoorlaatfilter) of LPF
(laagdoorlaatfilter) van elke band, alsook de curve (hoe snel het filter
de hoge of lage tonen afsnijdt). De afstelling moet overeenkomen met
de weergave-eigenschappen van de luidsprekers. Afhankelijk van de
luidsprekers is een passief netwerk eventueel niet vereist. Als u niet
zeker bent, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
18
-NL
PROTECT NO
/ESC minstens 2
↔
↔
T.Correction
↔
Media Xpander
/ /ENT.
4,2k. (F/R/Sub-W)-modus
Afsnijfrequentie
(stappen van
1/3 octaaf)
HPF
Lagetonen-
----
luidspreker
Hogetonen-
20 Hz -
luidspreker
200 Hz
achter
Hogetonen-
20 Hz -
luidspreker
200 Hz
voor
Lage tonen Hoge tonen
(Verschillend van effectieve weergave)
2,2k. (3-wegse)-modus
Afsnijfrequentie
(stappen van
1/3 octaaf)
HPF
Lagetonen-
----
luidspreker
Middentonen-
20 Hz -
luidspreker
200 Hz
200 kHz
1 kHz -
Hogetonen-
20 kHz,
luidspreker
(20 Hz -
20 kHz)
*
*
Alleen als Gebruiker is gekozen bij "De frequentiecurve instellen voor
de hogetonenluidspreker (TW SETUP)" (pagina 27).
Lage tonen
(Verschillend van effectieve weergave)
Curve
LPF
HPF
LPF
FLAT, 6,
20 Hz -
----
12, 18,
200 Hz
24 dB/oct.
FLAT, 6,
----
12, 18,
----
24 dB/oct.
FLAT, 6,
----
12, 18,
----
24 dB/oct.
Curve
LPF
HPF
LPF
FLAT, 6,
20 Hz -
----
12, 18,
200 Hz
24 dB/oct.
FLAT, 6,
FLAT, 6,
20 Hz -
12, 18,
12, 18,
24 dB/oct.
24 dB/oct.
FLAT
,
*
----
----
6, 12, 18,
24 dB/oct.
Middentonen
Hoge tonen
Niveau
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
Niveau
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB
0 tot
-12 dB