10.3.2 Indicaties op het display
Het display kan +++ of - - - aangeven als een parameter
buiten het bereik ligt. In de frequentieregelaar zitten
parameters die afhankelijk zijn van andere parameters. Als
bijvoorbeeld de toerentalreferentie 500 is en de maximale
toerentalwaarde is ingesteld op een waarde onder 500, zal dit
worden aangegeven met "+++" op het display. Als de
minimale toerentalwaarde hoger is ingesteld dan 500, wordt
"- - -" weergegeven.
10.3.3 Led-indicatoren
De symbolen op het bedieningspaneel hebben de volgende
functies:
Run
Trip
Groen
Rood
Afb. 100 Led-indicaties
Tabel 30 Led-indicatie
Symbool
AAN
VOEDIN
Voeding
G (groen)
aan
Frequentier
TRIP
egelaar
(rood)
geactiveerd
RUN
Motoras
(groen)
draait
94
Bediening via het bedieningspaneel
Vermogen
Groen
Functie
KNIPPEREND
UIT
----------------
Voeding uit
Geen
Waarschuwing/
waarschuwin
Limiet
g of trip
Motortoerental
Motor
neemt toe/af
gestopt
10.3.4 Bedieningstoetsen
De bedieningstoetsen worden gebruikt om rechtstreeks de
commando's Run, Stop of Reset te geven. Standaard zijn
deze toetsen uitgeschakeld en ingesteld op externe
bediening. Activeer de bedieningstoetsen door te kiezen voor
Toetsen in het menu Ref Signaal [214], Run/Stop Signl
[215] en Reset Sgnl [216].
Als de Enable-functie is geprogrammeerd op een van de
digitale ingangen, moet deze ingang actief zijn voor het
toestaan van Run/Stop-commando's vanaf het bedienpaneel
Tabel 31 Bedieningstoetsen
RUN L:
STOP/RESET:
RUN R:
OPMERKING: Het is niet mogelijk om de Run/Stop-
commando's tegelijkertijd vanaf het toetsenbord en
extern vanaf de klemmenstrook (klemmen 1-22) te
activeren. Behalve voor de JOG-functie die een
startopdracht kan geven, zie " Jogtoerental [348]" op
pagina 151.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r5
.
start met rotatie linksom
stopt de motor of reset de
frequentieregelaar na een
trip
start met rotatie rechtsom