4.2
Klemaansluitingen
De klemmenstrook voor het aansluiten van de stuursignalen
is bereikbaar na het openen van het frontpaneel.
In de tabel vindt u de standaardfuncties van de signalen. De
in- en uitgangen zijn programmeerbaar voor andere functies,
zoals beschreven in hoofdstuk 11. pagina 99. Zie voor
signaalspecificaties hoofdstuk 14. pagina 243.
OPMERKING: De maximale totale gecombineerde
stroom voor de uitgangen 11, 20 en 21 is 100 mA.
OPMERKING: Het is mogelijk om een externe 24 VDC-
voeding te gebruiken als die wordt aangesloten op
Common (15).
Tabel 21 Stuursignalen
Aansluitklem
Naam
Uitgangen
1
+10 V
6
-10 V
7
Common
11
+24 V
12
Common
15
Common
Digitale ingangen
8
DigIn 1
9
DigIn 2
10
DigIn 3
16
DigIn 4
17
DigIn 5
18
DigIn 6
19
DigIn 7
22
DigIn 8
Digitale uitgangen
20
DigOut 1
21
DigOut 2
Analoge ingangen
2
AnIn 1
3
AnIn 2
4
AnIn 3
5
AnIn 4
Analoge uitgangen
13
AnOut 1
14
AnOut 2
50
Besturingsaansluitingen
Functie (standaard)
+10 VDC voedingsspanning
-10 VDC voedingsspanning
Signaalaarde
+24 VDC voedingsspanning
Signaalaarde
Signaalaarde
RunL (linksom)
RunR (rechtsom)
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
RESET
Bereid
Geen Trip
Proces Ref
Uit
Uit
Uit
Van min toeren naar max toe-
ren
0 tot maximaal koppel
Tabel 21 Stuursignalen
Aansluitklem
Naam
Relaisuitgangen
31
N/C 1
32
COM 1
33
N/O 1
41
N/C 2
42
COM 2
43
N/O 2
51
COM 3
52
N/O 3
OPMERKING: N/C is geopend als het relais actief is en
N/O is gesloten als het relais actief is.
OPMERKING! Potentiometer gebruiken voor
referentiesignaal naar analoge ingang: mogelijke
potentiometerwaarde in bereik 1 kΩ tot 10 kΩ (¼ watt)
lineair, waarbij wij adviseren een potentiometer van het
type lineair 1 kΩ / ¼ W voor een optimale lineariteit van
de besturing.
WAARSCHUWING!
Relaisaansluitklemmen 31-52 zijn
enkelvoudig geïsoleerd. Combineer de SELV-
spanning NIET met bijvoorbeeld 230 VAC op
deze aansluitklemmen. Een oplossing bij
gebruik van gecombineerde SELV-/
systeemspanningssignalen is het installeren van een
extra I/O-optieprint (hoofdstuk 13.8 pagina 237) en alle
SELV-spanningssignalen aan te sluiten op de
relaisaansluitklemmen van deze optieprint terwijl alle
230 V AC-signalen worden aangesloten op
relaisaansluitklemmen 31 - 52 van de controlprint.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r5
Functie (standaard)
Relais 1-uitgang
Trip, geactiveerd als de frequen-
tieregelaar in een TRIP-toe-
stand is
Relais 2-uitgang
Run, actief als frequentierege-
laar is gestart
Relais 3-uitgang
Uit