Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing pagina 233

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 44 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen
Trip-conditie
Mist Encoder optie, encoderkabel of
encoderpulsen.
Afwijking in motortoerental tussen
referentie en gemeten waargenomen
Encoder
toerental.
OPMERKING: Geldt alleen als optieprint
Encoder wordt gebruikt.
Er kan geen masterpomp worden gekozen
vanwege storing in feedbacksignalen.
Pomp
OPMERKING: Alleen gebruikt bij
pompregeling.
Temperatuur koellichaam te hoog:
- Te hoge omgevingstemperatuur van de
frequentieregelaar
Overtemp
- Onvoldoende koeling
- Te hoge stroom
- Geblokkeerde of verstopte ventilatoren
Frequentieregelaar-stroom overschrijdt de
piekmotorstroom:
- Te korte acceleratietijd
- Te hoge motorbelasting
Overstroom F
- Buitensporige verandering in de belasting
- Zachte kortsluiting tussen fasen of fase en
aarde
- Slechte of losse motorkabelaansluitingen
- Te hoog IxR-compensatieniveau
Overspann
Te hoge tussenkringspanning:
(Deceleratie)
-
Te korte deceleratietijd ten opzichte van
de traagheid van de motor/machine.
Overspann
-
Te kleine remweerstand of defecte
(Generator)
remchopper
Overspanning
(netspanning)
Te hoge tussenkringspanning door te hoge
netspanning
Overspann
M(ains)Max
Te lage tussenkringspanning:
-
Te lage of geen voedingsspanning
Onderspann
-
Netspanningsdip veroorzaakt door het
starten van andere grote energieverbruikers
op dezelfde leiding.
Laag niveau koelvloeistof in extern reservoir.
Externe Trip ingang (DigIn 1-8) actief:
- ingang is actief laag.
LC niveau
OPMERKING: Alleen geldig voor
frequentieregelaars met optie Liquid
Cooling.
OPTION
Als een optiespecifieke trip optreedt
CG Drives & Automation, 01-5325-03r5
Mogelijke oorzaak
Oplossing
-
Controleer encoder optie print.
-
Controleer encoderkabel en -signalen.
-
Controleer werking van motor.
-
Controleer instellingen voor afwijking toerental
[22G#].
-
Controleer instellingen PI-regelaar toerental [37#].
-
Controleer instelling koppelbegrenzing [351]
-
Schakel encoder uit, stel menu [22B] in op UIT.
-
Controleer kabels en bedrading voor pomp-feed-
backsignalen
-
Controleer instellingen m.b.t. de digitale pomp-
feedbackingangen
-
Controleer de koeling van de frequentieregelaar-
kast.
-
Controleer de functionaliteit van de ingebouwde
ventilatoren. De ventilatoren moeten automatisch
inschakelen als de temp. van het koellichaam te
hoog wordt. Bij het opstarten worden de ventilato-
ren kort ingeschakeld.
-
Controleer frequentieregelaar- en motorspecifica-
ties
-
Maak ventilatoren schoon
-
Controleer de instellingen van de acceleratietijd en
maak deze langer indien nodig.
-
Controleer de motorbelasting
-
Controleer op slechte motorkabel- aansluitingen.
-
Controleer op slechte aansluiting aardekabel
-
Controleer op water en vocht in het motorhuis en
de kabelaansluitingen.
-
Verlaag het niveau van de IxR-compensatie [352]
-
Controleer de instellingen van de deceleratietijd en
maak deze langer indien nodig.
-
Controleer de grootte van de remweerstand en de
functionaliteit van de remchopper (indien deze
gebruikt wordt)
-
Controleer de netspanning
-
Probeer de oorzaak van de interferentie weg te
nemen of gebruik andere net-voedingsleidingen.
-
Zorg ervoor dat alle drie fasen goed zijn aangeslo-
ten en dat de klemschroeven zijn aangehaald.
-
Controleer of de netvoedingsspanning binnen de
limieten van de frequentieregelaar valt.
-
Probeer alternatieve netvoedings- leidingen te
gebruiken als de dip wordt veroorzaakt door
andere machines
-
Gebruik de functie netonderbreking [421]
-
Controleer vloeistof koeling
-
Controleer de apparatuur en bedrading die de
externe ingang in werking stellen.
-
Controleer de programmering van de digitale
ingangen DigIn 1-8.
Controleer de beschrijving van de specifieke optie
Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud
Bouwvorm
**
229

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave