FDU
R:SlavePump3
MASTER
R:SlavePump2
R:SlavePump1
DI:Pump1Feedb
feedback
DI:Pump2Feedb
inputs
DI:Pump3Feedb
(NG_50-PC-6_1)
Afb. 82 Feedback 'Status'-ingang
7.6.5 Storingsveilige werking
(Fail-safe)
Sommige pompsystemen moeten altijd een minimaal door-
stromings- of drukniveau hebben, zelfs als de frequentierege-
laar getript of beschadigd is. 1 of 2 (of wellicht alle) extra
pompen moeten dus blijven draaien nadat de regelaar is uit-
geschakeld of getript. Dit type "veilige" pompwerking kan
R:SlavePump6
R:SlavePump5
FDU
R:SlavePump4
MASTER
R:SlavePump3
R:SlavePump2
R:SlavePump1
(50-PC-7_1)
Afb. 83 Voorbeeld van "storingsveilige" werking
CG Drives & Automation, 01-5325-03r5
other
drive
PM
P1
PM
P1
P2
P3
other
other
drive
drive
P2
P3
worden gerealiseerd door één van de NC-contacten van de
pompregelrelais te gebruiken. Deze kunnen voor iedere
afzonderlijke pomp worden geprogrammeerd. In dit voor-
beeld draaien pompen P5 en P6 op maximaal vermogen
door als de regelaar uitvalt of wordt uitgeschakeld.
P4
P5
P6
Zie menu:
[529] t/m [52H] Digitale ingang
[554] naar [55C] relais
Zie menu:
[554] naar [55C] Relais
[55D4] t/m [55DC] Mode
Hoofdfuncties
73