Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximaal Vermogen; Preset-Referenties [360] - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Maximaal vermogen [355]

Stelt het maximale vermogen in. Kan gebruikt worden om
het motorvermogen te beperken bij veldverzwakking. Deze
functie werkt als een bovengrens voor het vermogen en
beperkt de parameter Max. koppel [351] intern volgens:
Tlimiet = Plimiet[%] / (Actueel toerental / Sync-toerental)
355
MaxVermogen
Standaard:
Uit
Uit
0
Off. Geen vermogenslimiet
1 - 400% van het nominale
1 - 400
1 - 400
motorvermogen
OPMERKING: De maximale instelling van parameter
355 wordt beperkt door I
niet hoger dan 400%.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Index EtherCAT en CANopen (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
CG Drives & Automation,01-5325-03r5
/I
x 120%, is echter
NOM
MOT
43145
169/49
4c49
19529
Lang, 1=1%
EInt

11.5.7 Preset-referenties [360]

Motorpotentiometer [361]
Stelt de eigenschappen van de motorpotentiometerfunctie
in. Zie de parameter "DigIn1 [521]" voor de keuze van de
motorpotentiometerfunctie.
361
Motor Pot
Standaard:
Niet-vluchtig
Na een stop, trip of uitschakelen van de
voeding zal de frequentieregelaar altijd uit
Vluchtig
0
stilstand starten (of vanaf het minimale
toerental, indien dit is gekozen).
Opslag. Na een stop, trip of uitschakelen
van de voeding van de FO zal de
referentiewaarde op het moment van de
Opslag
1
stop worden opgeslagen. Na een nieuw
startcommando zal het uitgangstoerental
terugkeren naar de opgeslagen waarde.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Index EtherCAT en CANopen (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
n
Motpot
HOOG
Motpot
LAAG
Afb. 122 MotPot-functie
Preset Ref 1 [362] t/m Preset Ref 7 [368]
Vooraf ingestelde toerentallen hebben voorrang op de
analoge ingangen. Vooraf ingestelde toerentallen worden
geactiveerd door de digitale ingangen. De digitale ingangen
moeten op de functies Preset Ref 1, Preset Ref 2 of Preset
Ref 4 worden ingesteld.
Afhankelijk van het aantal digitale ingangen dat wordt
gebruikt, kunnen er maximaal 7 vooraf ingestelde
toerentallen worden geactiveerd per parameterset. Met
gebruik van alle parametersets zijn tot 28 preset-toerentallen
mogelijk.
43131
169/35
4c3b
19515
UInt
UInt
Functiebeschrijving
153
t
t
t

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave