Bediening
U heeft het gerecht in de ovenruimte
gezet, een functie gekozen en de nodige
instellingen gekozen, zoals een tempera-
tuur.
Als u een waarde invoert bij
,
of
tijd
Einde om
Start om
toets , kunt u het bereidingsproces
automatisch laten uitschakelen of laten
in- en uitschakelen.
-
Bereidingstijd
Hier voert u de tijd in die voor de be-
reiding van een gerecht nodig is. Na
afloop van deze tijd wordt de ovenver-
warming automatisch uitgeschakeld.
De maximale bereidingstijd die u kunt
instellen, is afhankelijk van de gekozen
functie.
-
Einde om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar-
op een bereiding moet worden beëin-
digd. Op dat tijdstip wordt de oven-
verwarming automatisch uitgescha-
keld.
-
Start om
Deze functie verschijnt pas in het me-
nu als u
Bereidingstijd
ingesteld. Met
tijdstip waarop de bereiding moet
starten. Op dat tijdstip wordt de oven-
verwarming automatisch ingescha-
keld.
Kies de sensortoets .
Stel de gewenste tijden in.
Bevestig met OK.
Kies de sensortoets om terug te
keren naar het menu van de gekozen
functie.
40
Bereidings-
via de sensor-
of
Einde om
bepaalt u het
Start om
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
Kies de sensortoets .
Kies de gewenste tijd.
Bevestig met OK.
Kies
Wijzigen
Wijzig de ingestelde tijd.
Bevestig met OK.
Kies de sensortoets om terug te
keren naar het menu van de gekozen
functie.
Bij een stroomstoring worden de in-
stellingen gewist.
Ingestelde bereidingstijden wissen
Kies de sensortoets .
Kies de gewenste tijd.
Bevestig met OK.
Kies
Wissen
Bevestig met OK.
Kies de sensortoets om terug te
keren naar het menu van de gekozen
heeft
functie.
Als u
Bereidingstijd
gestelde tijden voor
ook gewist.
om
Als u
Einde om
bereiding met de ingestelde berei-
dingstijd.
.
.
wist, worden de in-
en
Einde om
of
wist, start de
Start om
Start