Werking
2.
Ga na of het waarschuwingslampje voor
lage oliedruk uit blijft na de motor te heb-
ben gestart.
3.
Ga na of er wel een gelijkmatige water-
straal uit de koelwatercontroleopening
komt.
DCM01341
OPGELET:
Als de waarschuwingslamp voor lage
G
oliedruk knippert nadat de motor is ge-
start, zet de motor dan af. Anders kan de
motor ernstig beschadigd raken. Con-
troleer het oliepeil en vul indien nodig
olie bij. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
als u niet kunt achterhalen waarom de
lage-oliedrukwaarschuwingslamp blijft
branden.
Een continue waterstroom uit de contro-
G
leopening wijst erop dat de waterpomp
water pompt door de koelwatermantels.
Als er geen water uit de controleopening
komt terwijl de motor draait, kan dat lei-
den tot oververhitting en ernstige be-
schadiging van de motor. Zet de motor
af en controleer of de koelwaterinlaat in
het huis van het staartstuk of de koelwa-
tercontroleopening geblokkeerd zijn.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer als u het
probleem niet kunt lokaliseren en oplos-
sen.
Als de koelwatermantel bevroren is, kan
G
het een tijdje duren alvorens er water uit
de controleopening begint te stromen.
37
DMU31730
Schakelen
DWM00180
WAARSCHUWING
Ga na of er zich geen personen of hinder-
nissen in het water rond de boot bevinden,
alvorens te schakelen.
DCM01610
OPGELET:
Laat de motor warmdraaien alvorens in
een versnelling te schakelen. Het is moge-
lijk dat het stationair toerental hoger is dan
normaal zolang de motor niet geheel warm
is. Een hoog stationair toerental kan er-
voor zorgen dat u niet kunt terugschake-
len naar neutraal. Als dat het geval is, gaat
u als volgt te werk: stop de motor, schakel
terug naar neutraal, start de motor op-
nieuw en laat hem warmdraaien.
Om uit neutraal te schakelen
1.
Trek de neutraal-vergrendeltrekker op-
waarts (indien de motor ermee is uitge-
rust).