Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Procedure Voor Inbedrijfstelling Met Smartphone; Procedure Voor Inbedrijfstelling Zonder Smartphone - De Dietrich MIT-S 4-8/E Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MIT-S 4-8/E:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Inbedrijfstelling
6.2

Procedure voor inbedrijfstelling met smartphone

Afb.70
6.3

Procedure voor inbedrijfstelling zonder smartphone

Afb.71
MW-1001277-2
Afb.72
Italiano
English
Nederlands
Français
Deutsch
68
MIT-S
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende
installateur.
We hebben een smartphone-applicatie gemaakt om u te helpen met de
inbedrijfstelling en configuratie van de parameters voor de
verwarmingsinstallatie.
1. Download de app De Dietrich START van Google Play of van de App
Store.
2. Zet het apparaat aan.
3. Controleer of de Bluetooth
geactiveerd.
4. Volg de instructies van de applicatie op de smartphone voor
ingebruikstelling en configuratie van de verwarmingsinstallatie. Om de
Bluetooth
stand te brengen moet de informatie worden gebruikt die op het
Bluetooth
Zodra de procedure is afgerond, is uw installatie volledig geconfigureerd.
Zie ook
Bluetooth®-label, pagina 31
Activeren/deactiveren van de Bluetooth® voor het apparaat,
pagina 88
Opgelet
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een
erkende installateur.
1. Monteer alle panelen en afdekkingen op de binnenunit en buitenunit.
2. Zet spanning op de installatie-automaten op het schakelpaneel:
Installatieautomaat van de buitenunit
Installatieautomaat van de binnenunit
Installatieautomaat elektrische bijverwarmer
Installatieautomaat van bijverwarmingsketel
3. Activeer de aan-/uitschakelaar op de binnenunit.
De warmtepomp is ingeschakeld. Het welkombericht wordt
weergegeven.
4. Selecteer het land en de taal.
5. Activeer de functie Zomertijdaanpassing.
6. Stel de datum en de tijd in.
7. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de
typeplaat van de binnenunit. Ze staan ook in de onderstaande tabel.
De CN1 en CN2 parameters worden gebruikt voor het aanduiden van
het type buitenunit en het type back-up op de installatie. Ze kunnen
worden gebruikt om de parameters te preconfigureren op basis van
MW-6000659-3
de configuratie van de installatie.
8. Selecteer Bevestigen om de instellingen op te slaan.
9. De warmtepomp begint zijn ontluchtingscyclus.
Punten om te controleren:
Na ingebruikstelling heeft sanitair-warmwaterbereiding prioriteit. Blijf in
deze bedieningsmodus om de temperatuur te laten stijgen en controleer
of de warmtepomp goed werkt.
®
-functie van de warmtepomp is
®
-verbinding tussen de smartphone en de warmtepomp tot
®
-label staat.
7775288 - v06 - 24042024

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave