2 Gebruikte symbolen
1.7
Uitleg geven aan de gebruiker
Algemeen
Schakel de warmtepomp niet uit. De vorstbeveiliging werkt niet als de warmtepomp is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen tijde toegankelijk zijn.
Voorzorgsmaat
Als u uw huis langdurig niet hoeft te verwarmen, schakelt u de verwarmingsfunctie uit of activeert u de
regelen
vorstbeveiligingsmodus. Zie het hoofdstuk Werkingsmodus selecteren.
Als u toch de warmtepomp moet uitschakelen en als het risico bestaat dat de temperatuur onder nul gra
den komt, tap dan de binnenunit af en de cv om bevriezing te voorkomen.
Tap de installatie niet af, tenzij dit absoluut nodig is. Voorbeelden:
Meerdere maanden afwezig terwijl er risico op bevriezing in het gebouw is. Zie het hoofdstuk Onder
houd.
Verwijdering. Zie het hoofdstuk Buitenbedrijfstelling en verwijdering.
Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op apparaten zijn geplakt. De etiketten en type
platen moeten tijdens de hele levensduur van het apparaat leesbaar blijven.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk.
Controleer regelmatig of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld en onder druk staat.
Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de warmtepompinstellingen kan de temperatuur van
de radiatoren hoger dan 60 °C worden.
1.8
Aansprakelijkheden
Aansprakelijkheid van
de fabrikant
Aansprakelijkheid van
de installateur
Aansprakelijkheid van
de gebruiker
2
Gebruikte symbolen
2.1
In de handleiding gebruikte symbolen
10
MIT-S
Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde
richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de
menten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen
aan. Daarom houden wij ons het recht voor de in dit document vermelde specificaties te wijzigen.
In de volgende gevallen zijn wij als fabrikant niet aansprakelijk:
Het niet in acht nemen van de installatievoorschriften van het apparaat.
Het niet opvolgen van de gebruiksvoorschriften van het apparaat.
Gebrekkig of onvoldoende onderhoud van het apparaat.
De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De
installateur moet de volgende instructies in acht nemen:
Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht.
Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
Voer de eerste inbedrijfstelling en eventueel benodigde controles uit.
Leg de installatie uit aan de gebruiker.
Als onderhoud noodzakelijk is, waarschuw dan de gebruiker voor de controle- en onderhoudsplicht
betreffende het apparaat.
Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
Om het optimaal functioneren van het systeem te garanderen moet de gebruiker de volgende aan
wijzingen in acht nemen:
Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht.
Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbe
drijfstelling.
Vraag aan de installateur uitleg over uw installatie.
Laat de benodigde inspecties en onderhoud uitvoeren door een erkend installateur.
Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat.
-markering en eventueel noodzakelijke docu
In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om
aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de
veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om
de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
7775288 - v06 - 24042024