14.6 Inactiviteit van het voertuig
Vóór en na een lange periode van inactiviteit of in
geval van risico's op vriestemperaturen, ook bij korte
inactiviteit, moeten bepaalde handelingen uitgevoerd
worden.
14.6.1
In geval van risico op
vriestemperaturen
Waterinstallatie
In geval van risico's op vriestemperaturen, ook bij korte
inactiviteit, moet de waterinstallatie helemaal leeg
gemaakt worden (zie hoofdstuk 11 - Waterinstallatie).
Accu's
De accu's kunnen beschadigd worden als ze lang
worden blootgesteld aan intense koude temperaturen:
in dit geval worden ze het best verwijderd en bewaard
op een beschermde plaats.
14.6.2 Vóór een lange periode van
inactiviteit
Vóór een lange periode van inactiviteit, moeten
bepaalde belangrijke handelingen uitgevoerd worden:
• Maak de waterinstallatie helemaal leeg (zie
hoofdstuk 11 - Waterinstallatie) en reinig de verschil-
lende tanks.
• Koppel de opbouwaccu los via de daarvoor
bestemde schakelaar.
• Koppel de klemmen van de startaccu los, of laad ze
regelmatig op door de motor te starten.
• Sluit de hoofdklep van de gasfles en de kranen van
de verschillende utilities.
• Reinig de koelkast en de vriesruimte, en laat de
deuren open staan.
• Laat de verduistergordijnen van de dakluiken open
staan.
• Verlucht regelmatig de wooncel door alle deuren,
ramen en venstertjes te openen.
OPGELET
Als het voertuig is afgedekt met beschermende
afdekzeilen, breng deze dan zo aan dat ze de
ventilatieopeningen van het voertuig niet afdekken
of gebruik luchtdoorlatende (ademende) afdek-
zeilen. In ieder geval kan het gebruik van afdek-
zeilen leiden tot vlekvorming, schimmelvorming en
beschadiging van het buiten- en binnenoppervlak
van het voertuig. Het is raadzaam regelmatig te
controleren of er voldoende luchtcirculatie is,
zowel binnen als buiten het voertuig, en of er geen
vocht wordt gevormd.
60
14 - ONDERHOUD
14.6.3 Na een lange periode van
Na een lange periode van inactiviteit, moeten - voor
uw veiligheid - bepaalde controles betreffende de
staat van het voertuig uitgevoerd worden:
• Controleer dat de gasinstallatie en de elektrische
installatie perfect efficiënt zijn.
• Controleer dat het rookkanaal van de kachel niet is
verstopt (bijvoorbeeld door sneeuw, ijs, bladeren,
insektennesten, enz.).
• Reinig de achterzijde van de koelkast die kan
bereikt worden via de roosters op de buitenwand
van het voertuig, en controleer dat geen vuil of
voorwerpen aanwezig zijn die de gasbrander
verstoppen.
• Controleer de bandenspanning en de reminstallatie.
• Spoel overvloedig de verswatertank, en vul het.
• Koppel de accu's weer vast.
• Laad de opbouwaccu helemaal op door ze te
verbinden op een extern stopcontact 230 V.
14.7 Fiat/Citroën chassisnummer
Het Fiat/Citroën chassisnummer is aangebracht op de
staalplaat van de wielkast aan de rechter zijde, en kan
bereikt worden via een klep in de cabine, onderaan
rechts.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
inactiviteit