OPGELET
Voor vertrek is het noodzakelijk om de warmwa-
terboiler volledig leeg te maken.
OPGELET
De verwarmingsinstallatie werkt niet als de
stroomtoevoer niet is ingeschakeld. Daarom
moet tijdens de winter aanbevolen om regel-
matig de lading van de opbouwaccu te contro-
leren, en indien het niet mogelijk is om een
verbinding te maken met het stroomnet 230 V, en
om het gebruik van de energie voorziening tot het
minimum te beperken om te garanderen dat de
accu altijd voldoende geladen is voor de werking
van de verwarmingsinstallatie.
De verwarmingsinstallatie bestaat uit een kachel met
ingebouwde boiler die zowel voor de verwarming van
de omgeving als voor de productie van warm water
zorgt.
De verdeling van de warme lucht wordt gegarandeerd
door een reeks gepast gepositioneerde openingen.
OPMERKING
Voor de correcte functionering van de installatie
moeten alle luchtopeningen open gelaten worden.
OPMERKING
In het achterste gedeelte bevindt zich een lucht-
opening die dient om de warmte in het slaapge-
deelte te verdelen: let op dat deze luchtopening
niet wordt afgedekt (b.v. met dekens of kussens).
OPMERKING
De
boiler
wordt
automatisch
wanneer de kachel is uitgeschakeld en risico's
voor vriestemperaturen aanwezig is.
De boiler kan handmatig leeg gemaakt worden via
de daarvoor bestemde schakelaar op de uitlaatklep,
of automatisch. De boiler wordt automatisch leeg
gemaakt wanneer de binnentemperatuur ongeveer
3 °C is. Om het leeg maken te vergemakkelijken,
moet minstens één kraan van de badkamer of van
de keuken open gelaten worden (er wordt alleszins
aanbevolen om ze allemaal open te laten staan
zodat geen water achterblijft in de kranen zelf, dat
zou kunnen bevriezen en dus schade zou kunnen
veroorzaken).
9 - VERWARMING
Indien de boiler handmatig of automatisch wordt
leeg gemaakt, moet voor het volgende gebruik de
uitlaatklep weer gesloten worden.
Controlepaneel
Alle functies van de installatie kunnen geprogram-
meerd worden via het daarvoor bestemde controle-
paneel Truma CP Plus (a). Met het ingebouwde Truma
iNet-systeem is ook bediening op afstand via smart-
phone mogelijk. Voor de inschakeling, de besturing,
de uitschakeling en alle informatie over het onderhoud
en de veiligheid wordt verwezen naar de handleiding
van de constructeur die aandachtig moet doorge-
lezen worden, en die samen bij de boorddocumentatie
wordt geleverd.
Als de gastoevoer onderbroken wordt (bijvoor-
beeld wanneer en gasfles leeg is), kan het contro-
lepaneel de foutcodes 507, 516 of 517 weergeven.
In dit geval moet eerst de gastoevoer worden
hersteld (bijvoorbeeld door de lege gasfles te
vervangen door een volle) en vervolgens op
de knop/toets worden gedrukt, om de fout te
herstellen (houd er rekening mee dat bij de eerste
keer mogelijk alleen de achtergrondverlichting van
het paneel ingeschakeld wordt, daarom moet u
misschien nogmaals op de knop/toets drukken).
Als de fout vier keer verwijderd wordt, zonder
leeggemaakt
dat er eerst een nieuwe gasfles is geplaatst, dan
wordt het controlepaneel 15 minuten geblokkeerd
(de foutcode knippert op het scherm). Als het
controlepaneel bij een foutmelding op het paneel
wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, dan
wordt het controlepaneel 15 minuten geblokkeerd
(de foutcode knippert op het scherm). Wanneer
het controlepaneel geblokkeerd is, kan er geen
enkele handelingen worden uitgevoerd: dan moet
u wachten tot de blokkering is afgelopen (de
foutcode stopt met knipperen) voordat u weer
handelingen op het controlepaneel kunt uitvoeren.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
OPMERKING
a
OPMERKING
39