Inhoudsopgave
Advertenties
1.2
Brandveiligheid
• Voorzie een brandblusser met droog poeder
volgens de norm EN 3-7, met inhoud van minstens
1 kg, of een gelijkwaardige brandblusser, nabij de
hoofdingang, en een branddeken nabij de keuken.
Raadpleeg de instructies van de brandblusser en
de lokale normen voor de brandveiligheid.
• Laat geen kinderen onbewaakt achter in het
voertuig.
OPGELET
Steek in het voertuig geen vuurpotten aan,
en gebruik geen draagbare toestellen om de
omgeving te verwarmen of om voedsel voor te
bereiden: risico op brand en dood door verstikking
OPGELET
Het is verboden om binnen het voertuig gemak-
kelijk ontvlambare materialen te vervoeren
(benzine, nafta, kerosine, propaan, butaan,
methaan, enz.). Brandbare materialen (hout,
weefsels, katoen, wol, karton, enz.) moeten uit de
buurt van de kachel en de kookplaten gehouden
worden. De gasflessen mogen uitsluitend vervoerd
worden in de daarvoor bestemde houders. Tijdens
het rijden en tijdens een tussenstop in een
tankstation is het verboden om de hoofdzakelijke
gasklep van de gasfles te openen.
OPGELET
Indien
scooters,
motorfietsen
voertuigen worden vervoerd die rijden op benzine,
nafta, gas of ander ontvlambaar materiaal, moet
gecontroleerd worden dat de brandstoftank van
dat voertuig helemaal leeg is.
1.3
In geval van brand
• Evacueer de passagiers en contacteer de
brandweer.
• Sluit de klep van de gasfles en probeer de vlammen
te doven (enkel als deze handeling geen risico's
inhoudt).
6
1 - VEILIGHEID
1.4
1.4.1
1) Voordat de installatie van de camper van wordt
aangesloten op de elektrische voeding, moet
gecontroleerd worden:
• dat de installatie van de elektrische voeding in de
camping geschikt is voor de elektrische installatie
van de camper van, op basis van de berekening van
de spanning;
• dat de kabel en de aansluitingen compatibel zijn;
• dat de aardlekschakelaar van de camper van (zie
het deel van de elektrische installatie in deze
handleiding) in positie "OFF" is geplaatst.
De stroomkabel moet helemaal afgerold zijn zodat
geen oververhitting wordt veroorzaakt.
2) Controleer dat de kabel, de connectoren en de
aansluitingen niet beschadigd zijn.
3) Open de afdekking van het externe stopcontact en
plaats de stekker.
4) Sluit de kabel aan op het stopcontact van de
camping.
5) Plaats de aardlekschakelaar van de camper van in
positie "ON".
6) Controleer de werking van de aardlekschakelaar
van de camper van door op de testknop te drukken,
of
andere
en activeer de schakelaar opnieuw.
In geval van twijfels of wanneer de voeding na
de aansluiting niet werkt of defect is, moet de
eigenaar van de camping gecontacteerd worden.
1.4.2
Plaats de aardlekschakelaar van de camper van in
positie "OFF" en koppel de stroomkabel los (eerst
van de installatie van de camping en daarna van de
camper van).
1.4.3
De elektrische installatie van de camper van moet
minstens elke drie jaar gecontroleerd worden, en
in geval van intens gebruik van het voertuig elk
jaar, door een erkende elektricien die een rapport
moet opmaken over de werkelijke condities van de
installatie.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Normen voor de voorziening
van elektrische energie
Tijdens het aansluiten
OPGELET
OPGELET
Tijdens het loskoppelen
Extra controle
Advertenties
Inhoudsopgave
