OPMERKING
Meer informatie over het resterende laadver-
mogen vindt u in de paragraaf 1.6 "Feitelijk
gewogen massa van uw voertuig en resterend
laadvermogen".
1.9
Ladingzekering en
lastverdeling
Neem bij het beladen van het voertuig de volgende
aanwijzingen in acht om veilig te kunnen rijden:
• de bagage en andere voorwerpen die in het
voertuig worden vervoerd, moeten gelijkmatig over
de linker- en rechterkant van het voertuig worden
verdeeld.
• Zware of volumineuze voorwerpen moeten zo dicht
mogelijk bij de grond worden geplaatst in daarvoor
bestemde opbergboxen en in de buurt van de
assen, en worden beveiligd tegen wegglijden.
• Lichte en andere voorwerpen kunnen worden
geplaatst in kasten en opbergruimten.
• Zorg er altijd voor dat de deuren en kleppen van de
kasten en opbergruimten goed beveiligd zijn.
• Gebruik alleen geschikte spansystemen om
de voorwerpen te beveiligen tegen wegglijden.
Controleer voor het vertrek nogmaals alle
bevestigingen.
OPGELET
Een ongelijkmatige belading heeft een negatief
effect op het rijgedrag. Een zware lading
achteraan leidt met name tot een vermindering
van de belasting op de vooras ten gevolge van
de hefboomwerking en dus bijvoorbeeld tot een
verlies aan tractie, een slechtere stuurrespons
(gewijzigd rijgedrag), een overbelasting van
de banden en bijgevolg een verhoogd risico
op klapbanden. Hierdoor kan het voertuig
onbestuurbaar worden en uzelf en andere wegge-
bruikers in gevaar brengen. Een gelijkmatig
verdeelde belasting over het gehele voertuig leidt
tot een optimaal rijgedrag onderweg.
10
1 - VEILIGHEID
De technisch toelaatbare maximummassa en de
technisch toelaatbare maximummassa op de as
mogen niet worden overschreden. Vooral bij het
opbergen of bevestigen van zware accessoires
aan de achterzijde of accessoires die zwaar
beladen zijn (zoals motor- of fietsendragers)
moet de asbelasting worden gecontroleerd en in
acht worden genomen. Als u niet zeker weet of
het beladen voertuig voldoet aan de technisch
toelaatbare maximummassa in beladen toestand
en de technisch toelaatbare maximummassa op
de as, bestaat de mogelijkheid het voertuig te
wegen/controleren op openbare weegschalen of
bij bepaalde handelaars.
Voor enkele modellen wordt door de opbouwfa-
brikant voor kasten, laden, bergruimten of andere
bergruimten een maximale belasting aangegeven.
Dit is te zien op de ter plaatse aangebrachte
stickers en moet altijd in acht worden genomen.
De technisch toelaatbare maximummassa en de
technisch toelaatbare maximummassa op de as
mogen in geen enkel geval worden overschreden.
Gelieve er daarom rekening mee te houden dat
de aangegeven maximale belasting niet volledig
mag worden benut, indien daardoor de technisch
toelaatbare maximummassa in beladen toestand
of de technisch toelaatbare maximummassa op
de as zou worden overschreden.
De belading van elke afzonderlijke wandkast
(bovenkast) mag max. 5 kg bedragen.
Meer informatie over de juiste belading vindt
u in de paragrafen 1.5 "Technisch toelaatbare
maximummassa", 1.7 "Technisch toelaatbare
maximummassa op de as (asbelasting)" en 1.10
"Garages achter en opbergruimten achter".
GEBRUIK EN ONDERHOUD
OPMERKING
OPMERKING
OPGELET
OPMERKING