6.5 Acculader
OPMERKING
De
acculader
bevindt
bestuurdersstoel.
De acculader is voorzien voor het opladen van
verschillende types accu's: voor het optimaliseren van
de werking van de acculader is intern een keuzescha-
kelaar (d) voorzien die kan bereikt worden door de
afdekking te verwijderen.
d
Indien een loodaccu wordt gebruikt, moet de keuzes-
chakelaar (d) in positie "A" gesteld worden. Indien een
gelaccu wordt gebruikt, moet de keuzeschakelaar (d)
in positie "B" gesteld worden. Indien een AGM-accu
wordt gebruikt, moet de keuzeschakelaar (d) in positie
"C" gesteld worden.
OPMERKING
Raadpleeg de documentatie die wordt geleverd
door de producent van de accu die moet gemon-
teerd worden, om te controleren of ze compatibel
is met de acculader.
30
6 - ELEKTRISCHE INSTALLATIE
zich
onder
de
GEBRUIK EN ONDERHOUD
UIT TE VOEREN HANDELING
• Lees de handleiding van de constructeur
aandachtig door.
• Houd de verluchting altijd open zodat een
gepaste luchtverversing wordt gegarandeerd.
• Koppel de voeding los voordat de verbinding
met de accu wordt aan- of losgekoppeld.
• Beperk maximaal de stroomafname tijdens het
opladen van de accu (een excessief verbruik
verlengt de tijdsduur van het opladen en kan de
accu zelf beschadigen).
• Als de stroomkabel of de klemmen voor de
verbinding met de accu zijn beschadigd,
moeten deze vervangen worden met soort-
gelijke producten die beschikbaar zijn bij de
constructeur of de technische klantenservice.
• Voordat de voeding van de acculader wordt
verbonden met een elektriciteitsgenerator,
moet gecontroleerd worden dat de uitgang 230
V van deze laatste gestabiliseerd is.
NIET DOEN!
• Plaats geen metalen voorwerpen of andere
geleiders in de openingen voor de verluchting
van de acculader.
• Bedek de luchtinlaten van de afdekking niet.
• Voer geen onderhoud uit zonder dat de voeding
230 V en 12 V is losgekoppeld.
OPGELET
De garantie vervalt in geval van oneigenlijk
gebruik, en de producent kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor letsels aan personen en
materiële schade.