OPGELET
Controleer
regelmatig
gasslangen en vervang deze indien nodig door
goedgekeurde slangen. De vervaldatum of de
fabricagedatum staat vermeld op de slangen.
Raadpleeg bij het specificeren van de fabricage-
datum de regelgeving in uw land om de verval-
datum te bepalen. De vervaldatum kan echter
variëren, afhankelijk van het land waarin u zich
bevindt.
UIT TE VOEREN HANDELING
• Controleer de verankering van de gasflessen
met de bevestigingsriemen.
• Controleer regelmatig de sluiting van de
flexibele verbindingen op de fles.
• Controleer jaarlijks de dichting van de instal-
latie bij een erkende Laika-dealer.
• Vervoer de gasflessen enkel wanneer ze zich in
de daarvoor bestemde ruimte bevinden.
• Tijdens de winterperiode wordt aanbevolen om
propaan te gebruiken (butaan kan niet gebruikt
worden bij temperaturen lager dan 0 °C).
NIET DOEN!
• Bedek de verluchtingsroosters van de gasfles-
senruimte niet.
• Gebruik geen gastoestellen met een andere
werkdruk.
8.2 Kookplaat
De kookplaat is voorzien van thermokoppels om
de gastoevoer te blokkeren wanneer de vlammen
toevallig doven. Voor de inschakeling moeten de
knoppen ingedrukt en gedraaid worden, en enkele
seconden na de inschakeling losgelaten worden.
OPGELET
Controleer regelmatig de correcte werking van de
thermokoppels.
OPMERKING
Er wordt aanbevolen om geen hete potten
rechtstreeks op het werkvlak van de keuken te
plaatsen.
38
8 - GASINSTALLATIE
de
slijtage
van
de
GEBRUIK EN ONDERHOUD
a
b
a
a) Knop gastoevoer.
b) Piëzoelektrische knop.
OPMERKING
Voor meer informatie over de kookplaat wordt
verwezen naar de handleiding van de constructeur.
UIT TE VOEREN HANDELING
• Reinig na gebruik met behulp van specifieke
producten voor roestvrij staal.
• Droog de roestvrijstalen oppervlakken na
gebruik goed af.
NIET DOEN!
• Bedek de openingen voor de luchtcirculatie
niet.
• Laat het voertuig niet onbewaakt achter
wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
• Gebruik niet wanneer wordt gereden.
• Sluit de glazen afdekplaat van het fornuis niet
als de vuren nog heet zijn.
• Gebruik de vuren niet om de omgeving te
verwarmen.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen die chloor,
schurende reinigingsmiddelen, schuursponsjes
of metalen borstels bevatten om alle roestvrij-
stalen oppervlakken te reinigen.