Inhoudsopgave
Advertenties
8.1
Algemene beschrijving
De gasinstallatie, die is geijkt op een werkdruk van
30 mbar, wordt vertakt vanaf de ruimte waar zich de
gasflessen bevinden, is geheel hermetisch gesloten
ten opzichte van de wooncel, en is voorzien van
verluchtingsroosters naar buiten toe.
De beschikbare ruimte kan een gasfles bevatten,
evenals een tweede reservefles. De gasflessen
moeten altijd bevestigd zijn in de daarvoor bestemde
verankeringen.
Er wordt aanbevolen om de kranen van de ultilities
te sluiten die niet worden gebruikt, en om eventueel
de hoofdklep van de fles te sluiten indien geen enkel
gastoestel wordt gebruikt.
2-weg kranen, aangeduid met de symbolen: kachel/
boiler (a), kookplaat (b).
OPMERKING
Sommige uitrustingen/modellen zijn uitgerust met
een dieselverwarming.
OPGELET
Tijdens het rijden en tijdens een tussenstop in een
tankstation is het verboden om de hoofdzakelijke
gasklep van de gasfles te openen.
OPGELET
Gebruik geen gastoestellen als u er niet zeker van
bent dat de installatie intact is en dat de verschil-
lende luchtinlaten van het voertuig, zowel op het
dak als op vloerniveau, schoon zijn.
OPMERKING
Tijdens de winterperiode wordt aanbevolen om
propaan te gebruiken (butaan kan niet gebruikt
worden bij temperaturen lager dan 0 °C).
8 - GASINSTALLATIE
a
b
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Vervanging van de gasfles
OPGELET
Let goed op tijdens de vast- en loskoppeling
van de gasfles en tijdens de verplaatsing van de
flessen binnen de ruimte zodat beschadigingen,
spanningen en buigingen van de flexibele leiding
worden vermeden.
Voor de vervanging van de gasfles moet de volgende
procedure gevolgd worden:
1)
Controleer dat de kranen van alle gastoestellen
gesloten zijn.
2) Sluit de kraan van de te vervangen gasfles.
3) Draai de moer los die de flexibele leiding verbindt
met de kraan van de lege fles.
4) Koppel de gasfles los uit de klemverbindingen, en
haal ze uit de ruimte.
5) Controleer dat de kraan van de te installeren
gasfles is gesloten.
6) Plaats de fles in de daarvoor bestemde zitting
in de ruimte, en bevestig met de voorziene
klemverbindingen.
7) Verwijder de plastic dop die de nieuwe fles
verzegelt.
8) Verwijder de nieuwe pakking uit de dop, en
vervang deze met de oude die aanwezig is op het
uiteinde van de flexibele leiding.
9) Draai de moer van de flexibele leiding handmatig
vast op de nieuwe fles, en draai daarna vast met
behulp van de daarvoor bestemde sleutel om de
dichting van de pakking te garanderen.
10) Open langzaam de kraan van de gasfles, en
controleer dat eventuele lekken aanwezig zijn
(sterke gasreuk of gefluit van een druklek).
OPGELET
Zoek eventuele kleine lekken met behulp van een
oplossing van zeepwater (nooit met vlammen) en
een kwast, en breng het product aan in de punten
waar de eventuele lek aanwezig is (koppelingen).
Als kleine bellen worden opgemerkt, is een lek
aanwezig.
37
Advertenties
Inhoudsopgave
