ALGEMENE INFORMATIE
44
Alarmknipperlichten
Wanneer de schakelaar van de alarm
knipperlichten op aan wordt gezet,
knipperen
de
van de richtingaanwijzers in hetzelfde
tempo als de richtingaanwijzers zelf.
Grootlichtlampje
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dimscha
kelaar
ingesteld, gaat het waarschu
wingslampje voor grootlicht branden.
Waarschuwingslampje lage
accuspanning
Als
onderdelen
warming
bij
ingeschakeld zijn, kan de accuspanning
na verloop van tijd onder een bepaalde
waarde zakken en wordt er in het
informatievenster
weergegeven.
Waarschuwingen en
informatieberichten
Als zich een storing voordoet kunnen
er verschillende waarschuwingen en
informatieberichten verschijnen. In dat
geval hebben waarschuwingsberichten
voorrang boven informatieberichten en
wordt het waarschuwingssymbool op
het display weergegeven. In het infor
matievenster wordt het aantal actieve
waarschuwingsberichten weergegeven.
waarschuwingslampjes
op
grootlicht
zoals
handvatver
stationair
toerental
een
waarschuwing
Wanneer er een storing aan de motor
fiets wordt gedetecteerd, kunnen de
volgende waarschuwingen en informa
tieberichten worden weergegeven.
Waarschuwingslampjes en berichten
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
(rood controlelampje)
Waarschuwingslampje
batterijspanning laag/startmotor
is
uitgeschakeld
(rood controlelampje)
Sensorsignaal bandenspan
ningscontrolesysteem (TPMS)
voor /achterband
(rood of oranje controlelampje)
Waarschuwingslampje voor
koelvloeistoftemperatuur
(rood controlelampje)
Transmissiefout TSA
.
(oranje controlelampje)
Batterij bandenspannings
controlesysteem (TPMS) bijna
leeg waarschuwingslampje
voor /achterband
(oranje controlelampje)
Storingslampje motor
managementsysteem
(oranje controlelampje)
Waarschuwingslampje
bochten ABS (OCABS)
(oranje controlelampje)
Waarschuwingslampje
bochten ABS (OCABS)
uitgeschakeld
(oranje controlelampje)
Waarschuwingslampje
defecte lamp
(oranje controlelampje)