RIJDEN OP DE MOTORFIETS
128
Het waarschuwingslampje voor lage
oliedruk moet kort na het starten van
de motor uitgaan.
Wanneer
het
voor lage oliedruk na het starten van
de motor blijft branden, de motor
onmiddellijk
oorzaak vaststellen.
Indien de motor met een te lage
oliedruk
draait,
motorschade.
Deze motorfiets is uitgerust met
▼
startblokkeerschakelaars.
schakelaars blokkeren de elektrische
startinrichting als de transmissie
niet
in
wanneer de zijstandaard is uitge
klapt.
Als de zijstandaard bij draaiende
▼
motor omlaag wordt geklapt terwijl
de
transmissie
geschakeld is, stopt de motor, onge
acht de stand van de koppeling.
Voorzichtig
waarschuwingslampje
uitschakelen
en
ontstaat
ernstige
de
neutraalstand
niet
in
Wegrijden
De motorfiets in beweging zetten:
Trek de koppelingshendel helemaal
▼
tegen de handgreep en schakel de
1e versnelling in.
Geef
▼
de
opkomen.
de
Open wanneer de koppeling begint
▼
aan te grijpen de gasklep iets
verder, zodat het toerental van de
motor hoog genoeg is om afslaan
van de motor te voorkomen.
Deze
staat
vrijloop
een
beetje
gas
koppelingshendel
en
laat
langzaam