Waarschuwing
Parkeer nooit op een zacht of op een
hellend oppervlak.
Indien
de
motorfiets
omstandigheden
kan deze omvallen met schade aan
eigendommen of persoonlijk letsel als
gevolg.
De motorfiets parkeren:
Zet de versnelling in neutraal en
▼
draai de contactschakelaar in de
OFF stand.
Selecteer de eerste versnelling.
▼
Schakel het stuurslot in om diefstal
▼
te bemoeilijken.
Parkeer altijd op een stevige, egale
▼
ondergrond om te voorkomen dat
de motorfiets omvalt. Dit is met
name belangrijk wanneer niet op de
verharde weg wordt geparkeerd.
Parkeer op een helling altijd met de
▼
voorzijde naar het hogere gedeelte
gericht, om te voorkomen dat de
motorfiets van de standaard rolt.
Zet de motorfiets in de eerste
versnelling om te voorkomen dat
deze wegrolt.
onder
deze
wordt
geparkeerd,
RIJDEN OP DE MOTORFIETS
Parkeer op een zijwaartse helling
▼
altijd zo dat de helling de motorfiets
vanzelf naar de zijstandaard toe
duwt.
Parkeer nooit op een zijwaarts
▼
aflopend oppervlak met een helling
van meer dan 6° en parkeer nooit
met de voorzijde van de motorfiets
naar beneden gericht.
Laat
de
contactschakelaar
▼
gedurende langere tijd in de stand P
staan, omdat daardoor de accu leeg
raakt.
Bij parkeren in het donker wanneer
▼
er verkeer in de buurt is, of bij
parkeren op een plaats waar het
gebruik van parkeerlichten wettelijk
verplicht is, dienen het achterlicht,
het kentekenplaatlicht en de positie
lichten te blijven branden. Hiervoor
dient de contactschakelaar in de
stand P (PARKEREN) gedraaid te
worden.
135
niet