Na een van de volgende handelingen
wordt de cruise control uitgeschakeld:
Helemaal naar voren draaien van de
▼
gashendel.
Intrekken van de koppelingshendel.
▼
Bedienen van de voor of achterrem.
▼
Verhogen van de snelheid door de
▼
gashendel meer dan 60 seconden te
gebruiken.
Cruise control kan worden hervat met
de ingestelde snelheid door de knop
RES/+ kort in te drukken, mits er een
ingestelde snelheid is opgeslagen.
De motorfiets moet een snelheid hebben
tussen 30 en 160 km/h en in de derde
versnelling of hoger geschakeld zijn.
Een
opgeslagen
wordt aangegeven met het woord SET
naast het cruise controlsymbool op het
display.
De opgeslagen ingestelde snelheid blijft
in het geheugen van de cruise control
totdat het contact in de stand UIT
wordt gedraaid.
Let op
De weergave van de ingestelde cruise-
controlsnelheid
knippert
hervatte
ingestelde
bereikt.
snelheidsinstelling
totdat
de
snelheid
wordt
ALGEMENE INFORMATIE
Tractie controle (TC)
Waarschuwing
Tractie controle en tractie controle voor
optimaal bochtenwerk dienen niet als
vervanging van een gepaste rijstijl die
is afgestemd op de toestand van de
weg en de weersomstandigheden. De
systemen kunnen niet voorkomen dat
tractieverlies optreedt door: te hoge
snelheid bij het ingaan van bochten,
accelereren met een scherpe hellings
hoek en remmen.
Tractie controle of tractie controle voor
optimaal bochtenwerk kan niet voor
komen dat het voorwiel slipt.
Wanneer
een
punten niet wordt nageleefd, kan dat
leiden tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Tractie controle helpt de grip op de weg
te behouden tijdens het accelereren op
natte of gladde wegen. Als de sensoren
detecteren dat het achterwiel zijn grip
op de weg verliest (slipt), treedt het
tractie controle systeem in werking en
wijzigt het motorvermogen tot de grip
van het achterwiel is hersteld. Het
waarschuwingslampje van de tractie
controle knippert tijdens de werking van
het systeem en de bestuurder kan een
verandering in het motorgeluid waar
nemen.
Tractie controle werkt niet bij een storing
aan het ABS systeem. In dat geval
branden
de
waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractie controle en het
storingslampje.
van
bovenstaande
111