4
Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Cyclus 1420 TASTEN VLAK
Helpscherm
Q372=
+3
-3
+2
-2
-1
Z
Q260
70
Parameters
Q1107 3e nominale positie nevenas?
Absolute nominale positie van de derde tastpositie in de nevenas
van het bewerkingsvlak
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
Q1108 3e nominale positie GS-as?
Absolute nominale positie van de derde tastpositie in de gereed-
schapsas van het bewerkingsvlak
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
Q372 Tastrichting (-3...+3)?
As in de richting waarvan moet worden getast. Met het voorteken
definieert u of de besturing zich in positieve of negatieve richting
verplaatst.
Invoer: –3, –2, –1, +1, +2, +3
Q320 Veiligheidsafstand?
Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320 werkt
+1
aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteemtabel. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
Q260 Veilige hoogte?
Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen
het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De
waarde werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF
Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte?
X
Positioneergedrag tussen de tastposities:
-1: niet naar veilige hoogte verplaatsen.
0: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpo-
sitionering gebeurt met FMAX_PROBE.
1: voor en na elk object naar veilige hoogte verplaatsen. De voorpo-
sitionering gebeurt met FMAX_PROBE.
2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
Invoer: –1, 0, +1, +2
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023