Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 320 Gebruikershandleiding pagina 322

Advertenties

7
Instructies
HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen
in combinatie met HEIDENHAIN-tastsystemen.
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen
cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat
botsingsgevaar!
De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren:
cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE,
cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION
MODE MILL en FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
Tijdens de kalibratie wordt automatisch een meetprotocol
opgesteld. Dit protocol heeft de naam TCHPRAUTO.html.
Dit bestand wordt op dezelfde locatie opgeslagen als het
bronbestand. Het meetprotocol kan op de besturing met de
browser worden weergegeven. Wanneer in een NC-programma
meerdere cycli voor de kalibratie van het tastsysteem
worden gebruikt, bevinden alle meetprotocollen zich onder
TCHPRAUTO.html.
De actieve lengte van het tastsysteem is altijd gerelateerd aan
het gereedschapsreferentiepunt. Het gereedschapsreferentiepunt
bevindt zich vaak op de zogenoemde spilneus ofwel
het eindvlak van de spil. Uw machinefabrikant kan het
gereedschapsreferentiepunt ook afwijkend plaatsen.
Het zoeken naar de equator van de ijkkogel vereist een
verschillend aantal tastpunten, afhankelijk van de nauwkeurigheid
van de voorpositionering.
Om optimale resultaten met betrekking tot de nauwkeurigheid
met een L-vormige taststift te verkrijgen, adviseert HEIDENHAIN
om het tasten en kalibreren met dezelfde snelheid uit te voeren.
Let op de positie van de aanzet-override als deze bij het tasten
actief is.
Als u Q455=0 programmeert, voert de besturing geen 3D-
kalibratie uit.
Als u Q455=1 tot 30 programmeert, wordt een 3D-kalibratie van
het tastsysteem uitgevoerd. Daarbij worden afwijkingen van het
uitwijkgedrag in relatie tot verschillende hoeken bepaald.
Als u Q455=1 tot 30 programmeert, wordt onder TNC:\system
\3D-ToolComp\* een tabel opgeslagen.
Als er een verwijzing naar een kalibratietabel (gegeven in
DR2TABLE) bestaat, dan wordt deze tabel overschreven.
Als er nog geen verwijzing naar een kalibratietabel (gegeven in
DR2TABLE) bestaat, worden een aan het gereedschapsnummer
gerelateerde verwijzing en de bijbehorende tabel gegenereerd.
Aanwijzing voor het programmeren
U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de
definitie van de tastsysteemas programmeren.
322
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023
Tastcycli: Speciale functies | Cyclus 460 TS KALIBREREN

Advertenties

loading