4
Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Basisprincipes van tastcycli 14xx
Verwerking - referentiepunt:
Verschuivingen kunnen in de basistransformatie van de
referentiepunttabel worden geschreven, wanneer bij consistent
bewerkingsvlak, of bij positieobjecten met actieve TCPM wordt
getast.
Rotaties kunnen in de basistransformatie van de
referentiepunttabel als basisrotatie worden geschreven of ook
als as-offset van de eerste rondtafelas vanuit het werkstuk
beschouwd.
Bedieningsinstructies:
Bij het tasten met TCPM wordt met bestaande
3D-kalibratiegegevens rekening gehouden. Wanneer
deze kalibratiegegevens niet aanwezig zijn, kunnen
afwijkingen ontstaan.
Wanneer u niet alleen de rotatie, maar ook een gemeten
positie wilt gebruiken, moet u het vlak zo loodrecht als
mogelijk tasten. Hoe groter de hoekfout en hoe groter
de tastkogelradius, des te groter is de positiefout. Door
de grote hoekafwijkingen in de uitgangspositie kunnen
hier desbetreffende afwijkingen in de positie ontstaan.
Protocol:
De vastgestelde resultaten worden in TCHPECTO.html vastgelegd,
maar ook opgeslagen in de voor de cyclus bestemde Q-parameters.
De gemeten afwijkingen geven het verschil weer van de gemeten
werkelijke waarden ten opzichte van het midden van de tolerantie.
Wanneer geen tolerantie is aangegeven, zijn ze gerelateerd aan de
nominale maat.
In de geest van het protocol is de maateenheid van het
hoofdprogramma zichtbaar.
56
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023