Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Basisprincipes van tastcycli 14xx
Cyclusverloop
Wanneer de actuele positie buiten de tolerantie ligt, is het gedrag van
de besturing als volgt:
Q309=0: De besturing onderbreekt niet.
Q309=1: De besturing onderbreekt het programma met een
melding bij afkeur en nabewerken.
Q309=2: De besturing onderbreekt het programma met een
melding bij afkeur.
Wanneer Q309 = 1 of 2 is, gaat u als volgt te werk:
De besturing opent een dialoog en geeft alle
nominale en werkelijke maten van het object
weer.
NC-programma met softkey AFBREKEN
onderbreken
of
NC-programma met NC-start voortzetten
Houd er rekening mee dat de tastcycli de afwijkingen ten
opzichte van het midden van de tolerantie in Q98x en Q99x
retourneren. De waarden komen overeen met dezelfde
correctiegrootheden, die de cyclus uitvoert wanneer de
invoerparameters Q1120 en Q1121 dienovereenkomstig
zijn ingesteld. Wanneer geen automatische verwerking is
geactiveerd, slaat de besturing de waarden ten opzichte
van het tolerantiecentrum op in de daarvoor bestemde
parameter Q en kunt u deze waarden verder verwerken.
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023
4
63