3
3.3
Programma-instellingen voor cycli
Overzicht
Sommige cycli gebruiken steeds weer identieke cyclusparameters,
zoals de veiligheidsafstand Q200, die u bij elke cyclusdefinitie moet
opgeven. Via de functie GLOBAL DEF kunt u deze cyclusparameters
aan het programmabegin één keer definiëren, zodat deze algemeen
globaal voor alle in het NC-programma gebruikte cycli actief zijn.
In de desbetreffende cyclus hoeft u dan alleen te verwijzen naar de
waarde die u aan het programmabegin hebt gedefinieerd.
De volgende GLOBAL DEF-functies zijn beschikbaar:
Softkey
Bewerkingspatroon
GLOBAL DEF ALGEMEEN
Definitie van algemeen geldende cyclusparameters
GLOBAL DEF BOREN
Definitie van speciale boorcyclusparameters
GLOBAL DEF KAMERFREZEN
Definitie van speciale kamerfreescyclusparameters
GLOBAL DEF CONTOURFREZEN
Definitie van speciale contourfreesparameters
GLOBAL DEF POSITIONEREN
Definitie van het positioneergedrag bij CYCL CALL PAT
GLOBAL DEF TASTEN
Definitie van speciale tastcyclusparameters
GLOBAL DEF invoeren
Ga als volgt te werk:
Toets PROGRAMMEREN indrukken
Toets SPEC FCT indrukken
Softkey PROGRAMMA-INSTELL. indrukken
Softkey GLOBAL DEF indrukken
Gewenste GLOBAL-DEF-functie selecteren, bijv.
softkey GLOBAL DEF TASTEN indrukken
Vereiste definities invoeren
Telkens met ENT-toets bevestigen
48
Met tastcycli werken | Programma-instellingen voor cycli
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023
Pagina
50
Meer informatie: Gebruikershand-
leiding bewerkingscycli program-
meren
Meer informatie: Gebruikershand-
leiding bewerkingscycli program-
meren
Meer informatie: Gebruikershand-
leiding bewerkingscycli program-
meren
Meer informatie: Gebruikershand-
leiding bewerkingscycli program-
meren
51