5
Definitie van de hoek
Door de positie van de meetpunten
waarop de besturing het referentiepunt instelt (zie de volgende
afbeelding en tabel).
Hoek
X-coördinaat
A
Punt
1
groter dan punt
B
Punt
1
kleiner dan punt
C
Punt
1
kleiner dan punt
D
Punt
1
groter dan punt
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen
cycli voor coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat
botsingsgevaar!
De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren:
cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE,
cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus
FUNCTION MODE MILL uitvoeren.
De besturing zet een actieve basisrotatie aan het begin van de
cyclus terug.
Aanwijzing voor het programmeren
U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de
definitie van de tastsysteemas hebben geprogrammeerd.
192
Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | Cyclus 414 NULPUNT BUITEN HOEK
1
en
3
legt u de hoek vast
Y-coördinaat
3
Punt
punt
3
Punt
punt
3
Punt
punt
3
Punt
punt
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC 320 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2023
1
kleiner dan
3
1
kleiner dan
3
1
groter dan
3
1
groter dan
3