Advertenties
2.
De slangen opstellen
2.0
DE RESERVOIRZAK VULLEN
A.
Vul de reservoirzak met water en zet de dop vast.
(afb. 2.0 A)
B.
Hang de reservoirzak aan de haak op de console.
(afb. 2.0 B)
2.1
DE SPOEL INBRENGEN
A.
Open de deksel van de koeltank.
B.
Plaats de spoel in de tank. (afb. 2.1)
C.
Sluit de dop en leid de slangen via de gleuf in de dop.
2.2
DE LUCHTVAL PLAATSEN
A.
Plaats de luchtval tijdelijk in de luchtvalkamer.
(afb. 2.2)
2.3
DE POMPSLANG PLAATSEN
A.
Open de deksel van de rollerpomp.
B.
Steek de slangschijf volledig in de gleuf aan de
rechterzijde van het pomploopvlak. (afb. 2.3 B)
C.
Til de handgreep op de pomprollers op.
D.
Draai de knop stevig linksom tijdens het opvoeren
van de slang in het pomploopvlak.
E.
Zet de slang helemaal op zijn plaats in het
pomploopvlak. (afb. 2.3 E)
F.
Druk de handgreep omlaag op de rollers totdat hij
in de klink zit.
2.4
HET VEST AANSLUITEN
A.
Sluit beide vloeistofconnectors volledig op het
vest aan. (afb. 2.4)
Opgelet: De slang moet volledig op het vest
(inlaat en uitlaat) zijn aangesloten voordat hij kan
worden geprimed.
2.5
DE SLANG PRIMEN
A.
Sluit de deksel van de rollerpomp.
B.
Verwijder de luchtval uit de kamer en houd hem
ondersteboven. (afb. 2.5 B)
C.
Prime de luchtval door op de primeschakelaar te
drukken en deze ingedrukt te houden. (afb. 2.5 C)
D.
Wanneer de luchtval volledig met water is gevuld,
laat u de primeschakelaar los. Het is pas nodig om
het vest te vullen in stap 4.2.
2.6
DE LUCHTVAL INBRENGEN
A.
Zet de luchtval rechtovereind en breng hem in de
luchtvalkamer in. (afb. 2.6)
B.
Sluit de deksel van de console en zorg daarbij dat
de slang niet bekneld wordt.
2.0 A
2.1
2.3 B
2.4
2.5 B
2.5 C
2.6
2.0 B
2.2
2.3 E
Advertenties
