58
nl | Systeemsamenstelling
5.4.2
Bedrijfsomstandigheden
PRA-SCL | PRA-SCS
Het energieverbruik van de PRA-SCL / PRA-SCS is relatief laag en stabiel, en wordt
nauwelijks door systeemactiviteiten beïnvloed. Het apparaat wordt gevoed vanaf de 24 VDC-
uitgang van de PRA-MPS3. Het energieverbruik neemt alleen toe op basis van het aantal
actieve Ethernet-poorten. Er zal slechts één poort in gebruik zijn, maar vaak zijn er meer
poorten actief. Als er verbindingen zijn met een pc voor logboekregistratie en met twee
zelfstandige lussen voor verbindingen met andere PRAESENSA-apparaten, zijn alle vijf de
poorten in gebruik.
PRA-CSLD | PRA-CSLW | PRA-CSE | PRA-CSBK | PRA-CSEK
De PRA-CSLD en PRA-CSLW hebben hetzelfde energieverbruik. Ook hier wordt het
energieverbruik gevormd door een vast gedeelte met een toename per actieve Ethernet-
poort. De voeding wordt via PoE geleverd aan een of beide poorten. De voeding wordt
afgenomen van de poort die de hoogste PoE-spanning heeft. Dit betekent dat als een
oproeppost wordt gevoed vanuit twee verschillende PoE-bronnen, zoals twee verschillende
PRA-MPS3 voedingseenheden voor extra redundantie, vanwege toleranties al de stroom kan
worden afgenomen van een van de voedingen. Pas wanneer die Ethernet-kabel wordt
losgekoppeld, neemt de oproeppost stroom af van de andere voeding. Zelfs wanneer beide
PoE-spanningen gelijk zijn, kan het gebruik van één korte kabel en één lange kabel ertoe
leiden dat het grootste deel van de stroom wordt afgenomen via de kortste kabel omdat dan
de spanningsafname over de draadweerstand van elke kabel gelijk is.
Wanneer PRA-CSE-(K)-extensies worden aangesloten op de oproeppost, neemt het
energieverbruik enigszins toe. Met hoeveel precies is afhankelijk van het aantal brandende
leds, maar over het algemeen blijft dit extra verbruik zeer beperkt omdat selecties alleen
actief zijn tijdens oproepen.
Wanneer een oproeppost is geconfigureerd voor noodgevallen kan het gebeuren dat er een
fout of storing optreedt en dat de zoemer van de oproeppost wordt geactiveerd als hoorbaar
storingsalarm. Dit is alleen het geval bij noodoproepposten, maar het energieverbruik van de
zoemer moet dan worden meegeteld omdat het mogelijk is dat het storingsalarm niet wordt
bevestigd en dat de zoemer blijft weerklinken.
PRA-AD604 | PRA-AD608
De PRA-AD604 en PRA-AD608 versterkers zijn ontworpen voor een laag energieverbruik,
vooral indien ze worden gevoed door een accu, door te voorzien in verschillende
werkingsmodi. Wanneer de versterker op netstroom werkt en er geen audiosignaal aanwezig
is, werkt de versterker in de inactieve modus met een verminderde voedingsspanning om
het energieverbruik bij inactieve modus betrekkelijk laag te houden. Wanneer er een
audiosignaal aanwezig is voor een of meer van de audiokanalen, neemt de voedingsspanning
toe tot de normale bedrijfsspanning, zodat de luidsprekerlijnen kunnen worden aangestuurd
tot 100 VRMS. Hierdoor nemen de verliezen bij inactief gebruik in de versterkerkanalen toe.
Natuurlijk neemt het energieverbruik beduidend toe wanneer de versterker het volledige
uitgangsvermogen levert aan de luidsprekers. Volledig uitgangsvermogen betekent een
continu uitgangsvermogen van 150 W in een luidsprekerbelasting van 600 W. Omdat spraak-
en muzieksignalen doorgaans een crestfactor van meer dan 9 dB hebben, blijft het RMS-
vermogen onder 150 W terwijl het burst-uitgangsvermogen 600 W is.
Wanneer de netstroom op de PRA-MPS3 uitvalt, schakelt het apparaat over op de accu voor
de levering van voeding. De PRA-MPS3 brengt de versterker hiervan op de hoogte en
wanneer de versterker geen aankondigingen met een hoog genoeg prioriteitsniveau hoeft te
doen, schakelt de versterker over naar de slaap- of sluimermodus en brengt deze de PRA-
MPS3 ervan op de hoogte dat het 48 VDC-stroomgedeelte naar deze versterker kan worden
2024-05 | 2.00 |
Installatiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.