298 nl | Toepassingsinformatie
6.
7.
23.5
AVC en de positionering van omgevingsgeluidsensoren
Het belang van Automatische Volumeregeling (AVC)
AVC is met name van belang voor het publiek. Een correct geïnstalleerde en geconfigureerde
implementatie van AVC is essentieel om de vereiste Speech Transmission Index (STI)-
waarden voor noodgeluidssystemen te bereiken. De STI is de fysieke maatstaf voor de
kwaliteit van spraakoverdracht. STI gebruikt een 0 tot 1 index om de mate aan te geven
waarin een transmissiekanaal de spraakverstaanbaarheid vermindert. Perfect verstaanbare
spraak blijft perfect verstaanbaar als deze door een kanaal met een bijbehorende STI van 1
wordt verzonden. Hoe dichter de STI-waarde bij 0 komt, hoe meer informatie verloren gaat.
Veel installatienormen voor noodgeluidssystemen schrijven een STI-waarde boven 0,5 voor,
wat staat voor een redelijke tot uitstekende spraakverstaanbaarheid.
Spraak is een gemoduleerd signaal. Spraak bevat ruisachtige en tonale gedeelten, die het
frequentiespectrum tussen ongeveer 100 Hz en 10.000 Hz bestrijken. Een gemoduleerd
spraaksignaal heeft een bijbehorend modulatiespectrum: het bereik van
amplitudemodulatiefrequenties dat door het menselijke vocaal systeem wordt toegepast,
strekt zich ruwweg uit van 0,5 tot 30 Hz.
In bijna alle gevallen staat verlies van modulaties, dat wil zeggen een afname van de
modulatiediepte, gelijk aan verlies van verstaanbaarheid. Omgevingsgeluid creëert een
ondergrens die de beschikbare modulatiediepte beperkt. De enige manier om de
beschikbare modulatiediepte, en dus de spraakverstaanbaarheid, te verhogen is door het
2024-05 | 2.00 |
DHCP‑adresbereik (het bereik tussen Low IP Address (Laag IP-adres) en High IP
Address (Hoog IP-adres) van de switch). In dit geval wordt het IP‑adres 192.168.1.99,
een adres dat net onder het DHCP-adresbereik ligt, gekozen.
Nadat deze waarden met succes zijn ingevoerd, wordt het volgende weergegeven:
Sla de nieuwe configuratie op en start de switch en alle PRAESENSA-apparatuur
opnieuw op. Nu zal de systeemcontroller een statisch IP‑adres hebben voor de
configuratiewebpagina's en de Open Interface: 192.168.1.99. Alle andere PRAESENSA-
apparaten krijgen een IP‑adres in het gedefinieerde DHCP-adresbereik. Het statische
IP‑adres van de systeemcontroller wordt niet meer vermeld in de Lease Entry-tabel
(tabel met leasevermeldingen). Ter bevestiging kunt u naar de besturingshostnaam van
de systeemcontroller pingen, waarna het nieuwe statische IP-adres wordt weergegeven.
Installatiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.