PRAESENSA
–
–
–
Versterker
De PRAESENSA-vermogensversterkers beschikken over een ingebouwd reserve-
versterkerkanaal dat automatisch overneemt van een uitgevallen kanaal.
–
De bekabeling van de versterker naar de luidspreker moet bewaakt zijn.
–
–
Multifunctionele voedingseenheid
PRAESENSA gebruikt multifunctionele voedingseenheden om de systeemapparaten van
voeding te voorzien.
–
–
–
–
Contactingangen en -uitgangen van VACIE
De PRA-MPS3 en de PRA-IM16C8 bieden contactingangen en -uitgangen. De
contactingangen kunnen worden gebruikt als ingangen voor gesproken woord ontruiming
van de branddetectie-apparatuur, en de bedienings- en weergave-apparatuur.
–
Bosch Security Systems B.V.
Checklist voor conformiteit met EN 54‑16 / EN 54‑4
Noodoproepdefinities moeten een vooraf geconfigureerde prioriteit in het
noodprioriteitsbereik 224 - 255 hebben. Hogere prioriteiten krijgen voorrang op lagere
prioriteiten in geval van bron- of bestemmingsconflicten. Bij dezelfde prioriteit krijgt
de eerste oproep prioriteit, maar voor prioriteit 255 krijgt de laatste oproep prioriteit.
Als de VACIE meerdere noodoproepposten gebruikt, moeten de prioriteiten hiertussen
worden geregeld via de oproepdefinities in de configuratie. Er is slechts één
microfoon tegelijk actief in enige zone.
Om een akoestische waarschuwing handmatig uit te schakelen, moet de
noodoproeppost geconfigureerd zijn met knoppen om de status storingsalarm en de
status gesproken woord ontruiming te bevestigen en resetten.
Versterkerbewaking moet zijn ingeschakeld in de configuratie.
Gebruik een PRA-EOL end‑of‑line apparaat voor elke luidsprekerlijn om onderbroken
of kortgesloten luidsprekerlijnen te detecteren. Zie het gedeelte End-of-line apparaat
(EOL), pagina 132.
Gebruik in het geval van A‑groep- en B‑groepbedrading voor een zone een end‑of‑line
apparaat voor elke groep. Zie de gedeelten Versterkeruitgangen, pagina 100 en
Versterkeruitgangen, pagina 120.
Gebruik uitsluitend de PRA-MPS3 voedingseenheid met accuback-up. Zie het gedeelte
Multifunctionele voedingseenheid, groot (MPS3), pagina 140.
Verzeker u ervan dat de accu voldoende capaciteit heeft voor de vereiste back-up- en
alarmtijd tijdens netstroomstoringen; gebruik de berekeningsrichtlijnen. Zie het
gedeelte Accuberekening, pagina 57.
Gebruik een 12 V VRLA-accu met een capaciteit van 100 - 230 Ah, waarop de
typeaanduiding en productiedatum zijn gemarkeerd; gebruik de meegeleverde
accukabels of equivalent voor een juiste meting van de accu-impedantie. Zie het
gedeelte Accu en zekering, pagina 145.
Gebruik de lifeline-verbindingen tussen de multifunctionele voedingseenheid en de
aangesloten versterkers om de sluimermodus in te schakelen voor voldoende back-up-
en alarmtijd. Zie het gedeelte Lifeline, pagina 156.
Contactingangsverbindingen voor alarmdoeleinden moeten bewaakt zijn (end‑of‑line
weerstanden gebruiken) om een kabelkortsluiting of -onderbreking te detecteren en te
voorkomen dat dit wordt gezien als een statuswijziging. Zie het gedeelte
Contactingangen, pagina 161.
Installatiehandleiding
Conformiteit met EN 54-16 / EN 54-4 | nl 319
J/N:
J/N:
J/N:
2024-05 | 2.00 |