Vacuümpomp
inschakelen
Toevoerdruk,
afvoerdruk
20997829_NL_RC6_V19_180324
5
5
Inbedrijfstelling (werking)
Inbedrijfstelling (werking)
5.1 Inschakelen
5.1
Inschakelen
Vacuümpomp inschakelen
(1)
> Schakel de kantelschakelaar (1) in – schakelstand I.
5.2
5.2 Werking
Werking
Warm-up (opwarmtijd)
> Houd rekening met de opwarmtijd tot aan de volledige capa-
citeit van de vacuümpomp. De vacuümpomp bereikt normaal
de gespecificeerde pompsnelheid en het uiteindelijke vacu-
um, evenals de dampverdraagzaamheid en chemische weer-
stand na 30 minuten.
> Gebruik indien nodig een zuigleidingklep of afsluitklep in de
toevoerleiding om de vacuümpomp te beschermen tegen het
opwarmen van de toepassing.
Bedrijfsomstandigheden
> Het leegpompen kan bij een willekeurige druk op de toevoer,
echter maximaal bij atmosferische druk, worden gestart.
> De pomp mag alleen bij een druk van maximaal 1,1 bar
(absoluut) op de afvoer worden gestart.
> Permanente werking is bij iedere toevoerdruk lager dan de
atmosferische druk mogelijk.
Inbedrijfstelling (werking)
47