Veiligheidsaanwijzingen
Overdruk vermijden.
20
2.4.5 Bronnen van gevaar wegnemen
2.4.5
Bronnen van gevaar wegnemen
Slangen correct aansluiten
Bij de afvoer van de vacuümpomp mag geen ontoelaatbare
tegendruk ontstaan, zie hoofdstuk: 8.1 Technische gegevens
op pagina
op pagina 83
83.
> Zorg altijd voor een vrije afvoerleiding zonder tegendruk. Om
een ongehinderde uitstoot van het gas te kunnen garande-
ren, mag de afvoer niet geblokkeerd zijn.
> Voorkom ongecontroleerde overdruk (bijv. door afgesloten
of geblokkeerd leidingsysteem, condens of een verstopte
afvoerleiding).
> Gebruik de vacuümpomp niet als de afvoer is afgesloten.
Het sluiten van de afvoer tijdens bedrijf kan de pomp of de
stroomafwaartse componenten beschadigen.
> Door de hoge compressieverhouding kan de pomp overdruk
op de afvoer genereren. Zorg ervoor dat componenten op
de afvoer van de pomp (bijv. afvoerleiding) geschikt zijn voor
overdruk.
> Op de gasaansluitingen mogen de aansluitingen voor de toe-
voer en afvoer niet worden verwisseld.
> Sluit leidingen op de in- en afvoer van de pomp gasdicht aan.
> Neem de maximale drukken op de in- en afvoer van de vacu-
umpomp in acht, overeenkomstig hoofdstuk 8.1 Technische
gegevens op pagina
gegevens op pagina 83
> Het te evacueren systeem evenals alle slangverbindingen
moeten mechanisch stabiel zijn.
> Zet de slangen vast op de slangkoppelingen, zodat deze niet
per ongeluk los kunnen raken.
8.1 Technische gegevens
83.
20997829_NL_RC6_V19_180324
8.1 Technische