Aanduiding en
plaatjes
Oververhittingsbe-
veiliging
20997829_NL_RC6_V19_180324
De plaatjes leesbaar houden
Houd de aangebrachte aanwijzingen op het product in een
leesbare toestand:
> Aanduidingen
> Typeplaatjes
2.5 Motorbeveiliging
2.5
Motorbeveiliging
De pompmotor heeft als overbelastingsbeveiliging een zelfhou-
dende thermische wikkelingsbeveiliging. Als de temperatuur te
hoog wordt, schakelt de vacuümpomp uit.
VOORZICHTIG
Beperkte wikkelingsbeveiliging bij voedings-
spanningen lager dan 115 V AC.
Bij voedingsspanningen lager dan 115 V AC kan de
zelfhoudende werking van de wikkelingsbeveiliging be-
perkt functioneren. Dit kan er na afkoeling voor zorgen
dat de vacuümpomp automatisch begint te draaien.
Als de vacuümpomp oververhit raakt, schakel deze
>
dan uit of koppel de vacuümpomp los van de stroom-
voorziening om een automatische herstart te voorko-
men.
Wanneer de vacuümpomp als gevolg van deze veiligheidsmaatregel
wordt uitgeschakeld, moet de storing met de hand worden gereset:
de vacuümpomp loskoppelen van het elektriciteitsnet De oor-
zaak van de storing verhelpen De vacuümpomp voldoende
laten afkoelen De vacuümpomp weer inschakelen.
Veiligheidsaanwijzingen
25