Gebruik van
pompolie
20997829_NL_RC6_V19_180324
Gebruik van pompolie
De schottenpomp is oliedicht.
WAARSCHUWING
Oliedampen op de afvoer van de vacuümpomp.
De afvoer van schottenpompen bevat oliedamp en af-
braakproducten, zelfs bij het verpompen van lucht
of zuivere gassen. Deze belasten de omgeving, met
name bij gesloten of onvoldoende geventileerde ruim-
ten.
Zorg ervoor dat de locatie van de vacuümpomp goed
>
geventileerd is.
Adem geen oliedampen in.
>
Sluit een afvoerslang gasdicht aan op de afvoer en
>
voer de afvoergassen vakkundig af, bijvoorbeeld via
een afzuiging.
Zorg ervoor dat er geen gevaarlijke reacties met olie
>
of oliedampen optreden en voorkom dat er ontoelaat-
bare of gevaarlijke emissies kunnen ontstaan.
> Houd alle desbetreffende wettelijke verplichtingen en voor-
schriften voor het hanteren, opslaan en afvoeren van olie
aan.
> Voorkom dat olie in het riool of water terechtkomt.
> Mors geen olie. Ruim gemorste olie onmiddellijk op. Gemors-
te olie betekent gevaar voor uitglijden!
> Gebruik de vacuümpomp alleen met olievulling.
> De vacuümpomp wordt zonder olievulling geleverd. Vul de
meegeleverde pompolie voordat de vacuümpomp voor het
eerst wordt gebruikt,
zie hoofdstuk: 4.3 Eerste inbedrijfstelling – pompolie vullen
op pagina
op pagina 38
38.
> Controleer het oliepeil via het oliepeilglas voordat u de vacu-
umpomp start.
> Controleer regelmatig het oliepeil en de oliekwaliteit, zie
hoofdstuk: Oliepeil controleren op pagina 48
Oliepeil controleren op pagina
> Gebruik alleen olie van het aanbevolen type. Andere oliety-
pes of bedrijfsmiddelen kunnen de pomp beschadigen of voor
gevaar zorgen.
Veiligheidsaanwijzingen
4.3 Eerste inbedrijfstelling – pompolie vullen
48.
21