De volgende aanduidingen komt u vaak tegen in deze
handleiding:
WAARSCHUWING: Waarschuwing voor
gevaar of onveilige handelingen die ernstig
letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.
LET OP: Waarschuwing voor onveilige
handelingen die kunnen leiden tot licht of
tamelijk ernstig letsel.
VOOR DE VEILIGHEID: Wat u moet doen om de
machine veilig te bedienen.
Hieronder vindt u een overzicht van situaties die
gevaarlijk kunnen zijn voor de bestuurder. U dient
u bewust te zijn van waar en wanneer zich
gevaarlijke omstandigheden voordoen. Controleer
of alle veiligheidsvoorzieningen op de machine
aanwezig zijn. Meld schade of gebreken aan de
machine altijd onmiddellijk.
WAARSCHUWING: De batterijen geven
waterstofgas af. Dit kan explosies of brand
veroorzaken. Houd vonken en open vuur uit
de buurt. Houd de afdekkingen tijdens het
opladen open.
WAARSCHUWING: Als de vuilvergaarbak
omhoog staat, kan deze ongewild naar
beneden komen. Zet de steun onder de
vuilvergaarbak.
WAARSCHUWING: De hefarmen vormen een
knelpunt. Blijf uit de buurt van de hefarmen
van de vuilvergaarbak.
WAARSCHUWING: Ontvlambare stoffen
kunnen explosies of brand veroorzaken. Doe
geen ontvlambare stoffen in de tank(s).
Gebruik alleen water.
WAARSCHUWING: Besproei geen mensen of
dieren. Dat kan ernstig letsel veroorzaken.
Draag oogbescherming. Houd de sproeier
met twee handen vast.
500ze YM181 (2−2013)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE VEILIGHEID:
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Gebruik de machine niet:
− Als u niet ten minste 18 jaar oud bent.
− Als u daartoe niet bent opgeleid en daartoe
bevoegd bent.
− Als u de bedieningshandleiding niet hebt
gelezen of begrepen.
− Als u mentaal en fysiek niet in staat bent
om de gebruiksinstructies voor de machine
te volgen.
− Als de machine niet volledig gebruiksklaar is.
− In of nabij plaatsen met ontvlambare
dampen/vloeistoffen of explosieve
stofwolken.
2. Voordat u de machine start:
− Controleer of er geen olie of vloeistof uit de
machine lekt.
− Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen
aanwezig zijn en naar behoren
functioneren.
− Controleer of de remmen en de
stuurinrichting naar behoren functioneren.
− Zet de stoel goed en maak de veiligheidsriem
vast.
3. Wanneer u de machine start:
− Houd uw voet op de rem en zorg dat het
rijpedaal in de vrijstand staat.
4. Tijdens gebruik van de machine:
− Veeg geen brandend of rokend afval op,
zoals sigaretten, lucifers of hete as.
− Stop de machine met gebruikmaking van de
remmen.
− Rijd langzaam op hellingen en gladde
oppervlakken.
−
Houd al uw lichaamsdelen binnen het
bestuurdersstation terwijl de machine
rijdt.
− Let goed op wanneer u achteruit rijdt.
− Rijd voorzichtig wanneer de vuilvergaarbak
omhoog staat.
− Zorg dat er voldoende ruimte is voordat u
de vergaarbak omhoog zet.
− Breng de vuilvergaarbak niet omhoog als
de machine op een helling staat.
− Verander geen instellingen in het MD3
Machine Management System terwijl de
machine rijdt. Stop de machine altijd
voordat u instellingen verandert.
−
Bedien de machine niet als het scherm
MD3 defect is.
−
Zorg dat kinderen nooit met de
machine of in de buurt van de machine
kunnen spelen.
− Laat geen mensen meerijden op de
machine.
− Neem altijd de veiligheidsvoorschriften en
de verkeersregels in acht.
− Meld schade of mankementen aan de
machine altijd onmiddellijk.
3