BESTUURDERSSTOEL
De bestuurdersstoel kan op vier manieren worden
afgesteld: hoek van rugleuning en zitting, vering van de
zitting, en positie van de stoel naar voren en naar
achteren.
VOOR DE VEILIGHEID: Stel de stoel af en maak de
veiligheidsgordel vast voordat u de machine start.
Met de daarvoor bestemde stelknoppen kunt u de stand
van de rugleuning en zitting instellen.
Met de knop voor het instellen van het gewicht regelt u
de stevigheid van de bestuurdersstoel.
Met de stelhendel kunt u de stoel meer naar voren of
naar achteren verschuiven.
500ze YM181 (12−11)
VEILIGHEIDSGORDELS
VOOR DE VEILIGHEID: Stel de stoel af en maak de
veiligheidsgordel vast voordat u de machine start.
VEILIGHEIDSSLOT BESTUURDERSSTOEL
De bestuurdersstoel heeft een veiligheidsslot dat
voorkomt dat de machine beweegt als de bestuurder
niet goed op te stoel zit. De bestuurder moet altijd goed
op de bestuurdersstoel zitten om de machine te kunnen
bedienen.
BEDIENING
23