BEDIENING
SCHAKELAAR ACHTERSTE MISTLICHTEN
Gebruik de schakelaar voor de achterste mistlichten om
de mistlichten te bedienen. De hoofdlichtschakelaar
moet op stand drie staan om de achterste mistlichten te
kunnen gebruiken.
SCHAKELAAR WERKLICHTEN
Gebruik de schakelaar voor de werklichten om de
werklichten te bedienen. De hoofdlichtschakelaar moet
op stand drie staan om de werklichten te kunnen
gebruiken.
SCHAKELAAR WAARSCHUWINGSLICHTEN
Gebruik de schakelaar voor de waarschuwingslichten
om de waarschuwingslichten in te schakelen.
18
SCHAKELAAR ZWAAILICHT/ALARMSIGNAAL
Gebruik de schakelaar voor het zwaailicht/alarmsignaal
om het zwaailicht en het alarmsignaal in te schakelen.
Zet de schakelaar op stand Twee (middelste stand) om
alleen het zwaailicht in te schakelen.
Zet de schakelaar op stand Drie (onderste stand) om
zowel het zwaailicht als het alarmsignaal in te
schakelen. Zet de schakelaar terug op stand Een om
het zwaailicht en het alarmsignaal in te schakelen.
U kunt het zwaailicht tot achter de cabine
omlaagklappen als de doorrijhoogte beperkt is.
500ze YM181 (12−11)