BEDIENING
DE MACHINE STARTEN
VOOR DE VEILIGHEID: Gebruik de machine niet
voordat u deze handleiding hebt gelezen en
begrepen.
OPMERKING: Let op visuele en akoestische
alarmsignalen van het MD3 Machine Management
System tijdens gebruik van de machine. Gebruik de
machine niet voordat alle waarschuwingen zijn
verholpen. Zie het onderdeel STORINGSCHERMEN
VAN HET MD3 MACHINE MANAGEMENT SYSTEM
in deze handleiding.
1. Ga op de bestuurdersstoel zitten en zet de rijhendel
in de vrijstand.
OPMERKING: De bestuurdersstoel heeft een
veiligheidsslot dat voorkomt dat de machine beweegt
als de bestuurder niet goed op de stoel zit.
VOOR DE VEILIGHEID: Houd uw voet op het
rempedaal en zet de rijhendel in de vrijstand
wanneer u de machine start.
2. Draai de contactsleutel rechtsom om de machine
aan te zetten.
30
DE MACHINE UITSCHAKELEN
1. Stop de machine, schakel alle veegfuncties uit en
zet de rijhendel in de vrijstand (middelste stand).
2. Wacht enige seconden totdat de vacuümventilator
tot stilstand is gekomen.
OPMERKING: Als u de machine uitzet terwijl de
vacuümventilator nog draait, wordt de ventilatorrem
ingeschakeld en wordt de ventilator met veel lawaai tot
stilstand gebracht.
3. Draai de contactsleutel linksom om de machine uit
te zetten.
VOOR DE VEILIGHEID: Parkeer de machine op een
vlakke ondergrond, zet de rijhendel in de vrijstand,
trek de parkeerrem aan, schakel de machine uit en
verwijder de sleutel voordat u de machine verlaat of
er onderhoud aan pleegt.
500ze YM181 (12−11)