DE VACUÜMVENTILATOR SCHOONMAKEN
VOOR DE VEILIGHEID: Parkeer de machine op een
vlakke ondergrond, zet de rijhendel in de vrijstand,
trek de parkeerrem aan, schakel de machine uit en
verwijder de sleutel voordat u de machine verlaat of
er onderhoud aan pleegt.
1. Schakel de machine uit en wacht totdat de
vacuümventilator helemaal tot stilstand is gekomen.
OPMERKING: Probeer niet om de vacuümventilator
met uw handen, een schraper of ander voorwerp te
stoppen.
2. Open het toegangspaneel van de vacuümventilator
met de sleutel.
3. Haal de schraper uit het opbergvak binnen in het
linker toegangspaneel.
500ze YM181 (12−11)
4. Schraap al het vuil met de schraper van de
vacuümventilator.
5. Spuit de vacuümventilator met water schoon.
WAARSCHUWING: Besproei geen mensen of
dieren. Dat kan ernstig letsel veroorzaken.
Draag oogbescherming. Houd de sproeier
met twee handen vast.
6. Sluit het toegangspaneel van de vacuümventilator
en doe dit op slot wanneer u klaar bent met het
schoonmaken van de vacuümventilator. Berg de
schraper en de sleutel weer op hun plaats op.
OPMERKING: Pas op dat u de sleutel van het
toegangspaneel van de vacuümventilator niet
kwijtraakt. Berg de sleutel na gebruik direct weer op zijn
plaats op. Het toegangspaneel van de vacuümventilator
kan zonder sleutel niet geopend worden.
DE WATERTANK CONTROLEREN/VULLEN
VOOR DE VEILIGHEID: Parkeer de machine op een
vlakke ondergrond, zet de rijhendel in de vrijstand,
trek de parkeerrem aan, schakel de machine uit en
verwijder de sleutel voordat u de machine verlaat of
er onderhoud aan pleegt.
1. Controleer het peil in de watertank op het peilglas
van de watertank. Vul de watertank zo nodig.
BEDIENING
41