4.4
Uitgaande as
Neem de gegevens betreffende de resulterende
kracht op de inbouwtekeningen in acht.
4.4.1 Uitvoering met riemaandrijving op de
uitgaande as
De riemschijf wordt op de buitendiameter van de
flens op de uitgaande as (tolerantie K6) gecen-
treerd, met schroeven wrijvingsvast bevestigd en
geborgd, waarbij de toegestane aanhaalmomen-
ten in acht dienen te worden genomen.
Voor een trillingsarme loop dient de riemschijf op
kwaliteit 6,3 volgens VDI-richtlijn 2060 te worden
uitgebalanceerd.
Schade door overbelasting van de lagers
mogelijk.
Neem de maximale spankracht van de riem in
acht.
Om overbelasting van de lagers te voorkomen,
moet de aangegeven maximale spankracht bij het
spannen van de riemen in acht worden genomen.
De gemiddelde riemkracht moet tussen de lagers
liggen. Bij de montage moet de riemschijf
gemakkelijk op de flens van de uitgaande as
kunnen worden geschoven, verwarm de riemschijf
indien nodig.
4.4.2 Uitvoering met coaxiale uitgaande as
Voor de uitvoering met een coaxiaal uitgaande as
(asstomp) moet het balanceertype ook voor de
uitgaande as in acht worden genomen (zie hoofd-
stuk 4.2). De overbrenging wordt geleverd in het
balanceertype volle spiebalancering.
De dimensionering van de inlegspie is te vinden op
de inbouwtekening. De inlegspie moet in elk geval
met een tapeind worden gefixeerd.
4.4.3 Uitvoering met TSC
Een uitvoering met TSC (Through Spindle Coolant)
is bedoeld voor het toepassen van koelsmeer-
middel, hydraulische oliën of mengsels van lucht
1)
en olie
door de overbrenging naar de as. Om bij
een overbrenging met een verschiltoerental
vloeistoftoepassing te garanderen, is een draai-
doorvoer nodig die al naargelang de eisen en de
toestand van het medium aan slijtage onderhevig
is. Afhankelijk van het systeem kan er bij het in- en
uitschakelen een druppel als lekkage worden
gevormd, hetgeen in het koelvloeistofcircuit te
NL 4161.758.922r – 2018-09
wijten is aan desbetreffende constructieve
maatregelen. Een doorzichtige terugvoer van
koelvloeistof maakt een beoordeling van de
toestand van de draaidoorvoer mogelijk.
De garantie voor de draaidoorvoer is beperkte tot
12 maanden.
Aanwijzingen over het product, de functie, de
werking en de inbouw van de draaidoorvoer vindt
u in de handleidingen
4161.758.030 (Duits)
4161.758.130 (Engels)
1)
Er zijn geen abrasieve of oplossende
toevoegingen in de vloeistoffen toegestaan.
4.5
Elektrische aansluiting van de
overbrengingsomschakeling
De elektrische aansluiting mag alleen worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien.
Schade aan de schakeleenheid mogelijk door
een onjuiste aansluiting.
Sluit de schakeleenheid aan zoals beschreven
in de hoofdstukken 4.5.1 en 4.5.2.
De overbrenging wordt met de meegeleverde
8-polige Harting-connector (HAN 8 U) elektrisch
aangesloten. De steekverbinding bevindt zich op
de schakeleenheid.
4.5.1 Schakeleenheid
Technische gegevens:
Opgenomen vermogen
Aansluitspanning
Max. aantrekstroom
Nominale stroom
Beschermklasse
De diameter van de kabeltoevoerleiding moet
1,5 mm² zijn.
De aansluitspanning van 24 V DC en de opge-
nomen stroom van 5 A moeten voor de connector
van de schakeleenheid worden gewaarborgd.
Er moet rekening worden gehouden met verliezen
door de kabellengte en de overgangsweerstanden.
Leveringsomvang:
Tulebehuizing, schroefverbinding, contactdoos-
inzetstuk en 8 connector pins, type Harting
AWG 16. De schakeleenheid is alleen verkrijgbaar
als compleet onderdeel.
Eerste montage
84 W
24 V DC ± 10%
5 A
3,5 A
IP64
25