Uitgaande e-mail configureren
U moet de uitgaande e-mail configureren als u de functies Waarschuwingen of AutoSend wilt gebruiken.
1.
Verzamel de volgende informatie. (Doorgaans beschikt uw netwerk- of e-mailbeheerder over de
benodigde informatie voor het configureren van uitgaande e-mail.)
●
Het TCP/IP-adres van de SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) op uw netwerk. De
EWS gebruikt het TCP/IP-adres van de SMTP-server voor het doorsturen van e-mailberichten
naar andere computers.
●
Het suffix van de e-maildomeinnaam dat wordt gebruikt voor e-mailberichten binnen uw
organisatie.
2.
Schakel het selectievakje Uitgaande e-mail inschakelen in.
3.
Voer het TCP/IP-adres van de SMTP-server in het tekstvak SMTPServer in.
4.
Typ de domeinnaam in het tekstvak Domeinnaam.
5.
Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Het retour-e-mailadres configureren
Als u het retour-e-mailadres configureert op de pagina E-mailserver, configureert u de identiteit van
het product. Als u bijvoorbeeld in het veld Gebruikersnaam iemand typt en in het veld
Domeinnaam uwbedrijf.com, zijn alle e-mails die door het apparaat worden verzonden afkomstig
van
iemand@uwbedrijf.com
In dit voorbeeld is de identiteit van het apparaat
iemand@uwbedrijf.com
.
34
Hoofdstuk 3 Het product configureren vanaf de schermen van het tabblad Instellingen
NLWW