Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Walchem WebMaster ONE Handleiding pagina 80

Inhoudsopgave

Advertenties

Backup Sensor Mode (modus back-upsensor)
Het redundante sensoralgoritme zal de gebruiker de mogelijkheid bieden om een voor controle te
gebruiken hoofdsensor en een back-upsensor te definiëren. Als het signaal van de hoofdsensor
ongeldig wordt, zal de back-upsensor automatisch de controle overnemen en zal het alarm voor
sensorfout worden geactiveerd. Als de aflezingen van de sensors niet overeenkomen binnen de door
de gebruiker vastgelegde limieten, maar beide aflezingen wel geldig zijn, zal de controle stoppen en
het alarm voor sensorafwijking worden geactiveerd. Als het signaal van de back-upsensor ongeldig
wordt, terwijl de hoofdsensor OK is, zal de controle worden verdergezet, maar zal het alarm voor
sensorfout worden geactiveerd. Als het signaal van beide sensors ongeldig is, stopt de controle en
wordt het alarm voor sensorfout geactiveerd.
Om deze sensor als back-upsensor te selecteren klikt u op het keuzerondje "Enable" (activeren) en
vervolgens op de knop "Submit" (verzenden/bevestigen) onderaan de pagina. De pagina wordt
opnieuw geladen, geeft de status van de sensor als back-up weer evenals extra menu's:
Primary Sensor Assignment (hoofdsensor toewijzen)
Dit menu verschijnt enkel als de redundante sensor als back-up ingesteld is.
Met behulp van het pijltje naar beneden selecteert u de sensor die u als de hoofdcontrolesensor wilt
gebruiken. Alle sensors van hetzelfde type als de back-upsensor verschijnen in het rolmenu.
Deviation from Primary Sensor (afwijking van hoofdsensor)
Dit menu verschijnt enkel als de redundante sensor als back-up ingesteld is.
Voer het maximale toegelaten verschil tussen de aflezingen van de twee sensors in. Als deze
afwijking overschreden wordt, zal de controle van eventuele ingangen waarvoor de sensor wordt
gebruikt stoppen en zal een alarm worden geactiveerd.
Current Reading/Calibrate (Huidige aflezing/kalibratie)
De huidige aflezing is een directe aflezing van de gekalibreerde concentratie oxidatiemiddel in het
monster.
Om de sensor te kalibreren klikt u op de knop "Kalibratie uitvoeren". Er zal een nieuw venster
verschijnen. Selecteer een nulkalibratie of een 1-puntsproceskalibratie door op de gepaste knop te
klikken.
Nulkalibratie
Een nulkalibratie moet bij de eerste installatie worden uitgevoerd, na reiniging of nadat het
membraan of de elektrolyt werd vervangen. Deze stap moet vóór de proceskalibratie worden
uitgevoerd.
Verwijder de sensor uit de debietcel en plaats hem in een beker zuiver water zonder oxidatiemiddel.
Laat de sensor gedurende 15 minuten met de watertemperatuur equilibreren.
Klik op de knop "Nulkalibratie".
Bij stap 1 verschijnt de huidige mV-aflezing van de sensor. Het systeem vraagt u om de sensor in
zuiver water te plaatsen. Roer met de sensor in het water tot de mV-aflezing gedurende ten minste 5
minuten stabiel blijft. Klik op "Verdergaan" als de mV-aflezing stabiel is.
Als de waarde binnen het kalibratiebereik valt, verschijnt "Nulkalibratie gelukt". Druk, nadat u de
sensor in de debietcel hebt vervangen, op de entertoets.
80

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave