Sensorinstallatie
Alle sensoren voor de WebMasterONE-reeks zijn uitgerust met signaalbepalende elektronica;
geleidbaarheidsmeetsensoren kunnen geplaatst worden tot op 75 meter van de controller; pH/ORP-
sensoren kunnen tot op 300 meter van de controller geplaatst worden; Desinfectie -sensoren kunnen
tot op 30 meter van de controller geplaatst worden. Het is ten zeerste aanbevolen de sensoren te
plaatsen binnen een afstand van 6 m van de controller om gemakkelijker een periodieke kalibratie te
kunnen doen.
Sensoren moeten zo geplaatst worden dat ze snel reageren op een goed gemengd monster van het
proceswater en de behandelingschemicaliën. Als ze te dicht bij het inspuitpunt van de chemicaliën
liggen, zullen ze concentratiepieken zien en te vaak cyclisch in- en uitschakelen; Als ze te ver va n
het inspuitpunt van de chemicaliën liggen, zullen ze te traag reageren op de
concentratiewijzigingen, en zult u het instelpunt voorbijschieten.
Als de sensorkabels verlengd moeten worden, moet daarvoor een afgeschermde getorste kabel "24
AWG" met lage capaciteit (15 pF/voet - 45 pF/m) gebruikt worden, bv. Walchem-artikelnummer
102535 (Belden 9680) of gelijkwaardig. Zorg ervoor dat de meeraderige kabel intact is. Leg de
sensorkabels (of een andere laagspanningsbedrading) in een leiding die minstens 6 inch verwijderd
is van een wisselspanningsleiding.
De pH- en ORP-elektroden moeten zo geïnstalleerd worden dat de meetvlakken altijd nat blijven.
Een U-sifon in het spruitstuk moet dit verwezenlijken, zelfs als de monsterstroom stopt. Deze
elektroden moeten geïnstalleerd worden met de meetvlakken naar beneden gericht; dat is minstens 5
graden onder de horizontale.
Als de sensoren in de procesvloeistof moeten worden ondergedompeld, bevestig ze dan stevig aan
het vat, en bescherm de kabel met kunststof buis, bovenaan verzegeld met een pakkingbus om een
voortijdige uitval te voorkomen. Plaats de sensoren in een zone waar de oplossing goed in beweging
is.
3.4
Betekenis van de pictogrammen
Symbool
Publicatie
IEC 417, nr. 5019
IEC 417, nr. 5007
IEC 417, nr. 5008
ISO 3864, nr. B.3.6
Hangend
ISO 3864, nr. B.3.1
19
Beschrijving
Aardingsklem
Aan (voeding)
Uit (voeding)
Opgelet, gevaar voor elektrische
schokken
Opgelet, hoge temperatuur, gevaar
voor verbranding
Opgelet