7 Aansluiting
7.1 Sensoren
7.1.8
Sensormodule (SENSPROM)
De sensormodule bevat belangrijke sensorgegevens voor het gebruik van de transmitter met de sensoren.
Als er sensoren vervangen of toegevoegd worden, dan moet ook de sensormodule vervangen of toegevoegd worden.
Opmerking!
Het serienummer van de sensormodule moet overeenstemmen met dat van de sensor. Een verkeerde of een ver-
keerd aangesloten sensormodule leidt tot verkeerde meetwaarden of tot het uitvallen van de meting.
• Koppel de transmitter van de spanningsvoorziening af.
• Steek de sensormodulen in hun slots, zie Afb. 7.13. Slot A is toegewezen aan de sensoren van meetkanaal A en slot B
is toegewezen aan de sensoren van meetkanaal B.
• Sluit de transmitter aan op de spanningsvoorziening.
• Doorloop de programmavertakking Parameter eenmaal volledig.
• Start de meting.
Afb. 7.13: De sensormodule aansluiten
1
1 – sensormodule van de meetkanaal A
2 – sensormodule van de meetkanaal B
74
2
FLUXUS G809
2020-06-25, UMFLUXUS_G809V2-2NL